Om haar pleidooi te ondersteunen geeft Van der Hoeven „enige miljoenen euro’s” extra uit aan verdere ontwikkeling van het internationale ruimtestation ISS.Kuipers was in 2004 de eerste Nederlander aan boord van het zwevende ruimtelaboratorium. Die missie duurde tien dagen. Als Kuipers opnieuw wordt gelanceerd, is het de bedoeling dat hij zes maanden in de ruimte verblijft.

De bemande ruimtevaart stimuleert de aandacht voor techniek, meent de minister. Die aandacht is nodig omdat er een tekort is aan ingenieurs en andere technici. Dat tekort zal de komende jaren groeien.

Minister Van der Hoeven heeft woensdag in Den Haag tevens steun gekregen voor een klimaatsatelliet, die Nederland in de ruimte wil brengen. Tijdens een conferentie van ruimtevaartministers verzekerde Van der Hoeven zich van de financiële hulp van haar collega’s.

Daardoor kan Nederland in 2014 een meetinstrument lanceren dat meer inzicht moet geven in de oorzaak van klimaatverandering en luchtverontreiniging. De satelliet waaraan het meetinstrument wordt bevestigd, kost 115 tot 130 miljoen euro. Voor de bouw van het instrument, Tropomi genaamd, heeft het kabinet 78 miljoen euro beschikbaar gesteld. „Met de data van Tropomi kan het KNMI adequaat smogalarm geven”, zegt Van der Hoeven.

De ministers voor ruimtevaart van de achttien ESA-landen spraken twee dagen over de toekomst van Europa in de ruimte. Die betreft onder meer de exploitatie van het internationale ruimtestation ISS, onderzoek op Mars en projecten op het gebied van navigatiesystemen. De plannen, waarvan sommige lopen tot 2020, zijn voor de komende vijf jaar begroot op ongeveer 10 miljard euro. Dat is enige honderden miljoenen meer dan de ministers drie jaar geleden in Berlijn afspraken.

Net als Van der Hoeven vindt de Franse minister Pecresse dat geen cent te veel. Zij acht de investeringen in het licht van de huidige financiële crisis zeker niet te ruim. „Geld inzetten voor langdurige ruimtevaartprogramma’s is juist een antwoord op de crisis”, liet zij weten.