Zinkende kotter bij Hasselt terecht versleept
Rijkswaterstaat mocht een oude houten Deense kotter van een ligplaats bij het Diamantbolwerk in Hasselt naar de haven van Zwartsluis verslepen, ook al brak het schip daardoor in drie stukken.
Dat heeft de Raad van State woensdag geoordeeld. Dat het schip in Zwartsluis „onvakkundig” uit het water zou zijn getakeld en in drie stukken is gebroken, moet eigenaar Ruud Verbokkem maar aan de burgerlijke rechter voorleggen. Volgens de Raad van State is dat geen zaak voor de bestuursrechter. Bestuurlijk heeft Rijkswaterstaat niets fout gedaan, oordeelt de raad.Rijkswaterstaat sleepte in 2006, zonder dat eigenaar Verbokkem op de hoogte was, de kotter van zijn ligplaats bij het Diamantbolwerk in Hasselt naar de haven van Zwartsluis. Volgens Rijkswaterstaat was dat nodig omdat het ruim tachtig jaar oude houten schip zinkende was en oliehoudend water lekte.
Verbokkem meent dat Rijkswaterstaat het schip ten onrechte heeft weggesleept. Maar de Raad van State stelt dat het duidelijk was dat het schip olie lekte en steeds dieper in het water wegzakte.
Een kotterdeskundige zei eerder dat het broze schip nooit getakeld had mogen worden omdat het door het water maken te zwaar was geworden. De schade bedraagt in totaal ruim 50.000 euro. Die schade kan Verbokkem alleen via de civiele rechter proberen te claimen en niet via de Raad van State.