Mladic beging al in Kroatië oorlogsmisdaden
Troepen onder het bevel van de Joegoslavische generaal Ratko Mladic pleegden tijdens de Kroatië-oorlog in 1991 al oorlogsmisdaden.
Huizen van Kroatische burgers werden geplunderd en in brand gestoken, de bewoners verdreven.
Dit bevestigde beschermd getuige C-061 maandag op de zesde dag van zijn getuigenis in het Milosevic-proces voor het Joegoslavië-tribunaal. C-061 is een vroegere Kroatisch-Servische toppoliticus. Zijn naam mag van de rechters niet gepubliceerd worden.
Toen Kroatië zich in ’90/’91 losmaakte van het oude, grotere Joegoslavië, riepen de Serviërs een eigen Krajina-republiek uit in de door hen bewoonde gebieden. Deze republiek wilde zich losmaken van Zagreb. C-061 had een leidende politieke rol in dat proces en werd militair gesteund door Mladic, die toen stafchef was van de Joegoslavische legereenheden in Knin, de hoofdstad van de Kroatische Serviërs.
Later zou Mladic legerleider worden van de Bosnische Serviërs tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995). In die functie gaf hij persoonlijk leiding aan de verovering van de moslimenclave Srebrenica, waarop de moord op duizenden moslimmannen volgde. Ook belegerden zijn troepen jarenlang de Bosnische hoofdstad Sarajevo, met duizenden doden tot gevolg, door onder meer honger, artilleriebeschietingen en sluipschutters.
Toen het de beurt aan Milosevic was voor zijn kruisverhoor, noemde hij C-061, zogenaamd per ongeluk, bij zijn echte naam. Dit nadat de VN-aanklagers tijdens hun verhoren zes dagen lang hun best hadden gedaan om de identiteit te beschermen van C-061. Die was aan het zicht van pers en publiek onttrokken en zijn stem was in de koptelefoons van het publiek elektronisch bewerkt om hem onherkenbaar te maken.
Het incident zorgde voor enige hilariteit onder de pers die op basis van de dagenlange getuigenis al lang had kunnen raden wie C-061 is. Streng over de rand van zijn brilletje kijkend, herinnerde voorzittend rechter May de aanwezigen aan het eind van de zitting er nog eens aan dat het verboden is de echte naam van C-061 te publiceren. Het negeren van een dergelijk verbod is strafbaar als „minachting van het tribunaal.” De maximumstraf hiervoor is zeven jaar cel en/of 100.000 euro boete.