„Bespaar op krijgsmacht”
De Tweede Kamer debatteert woensdag en donderdag over de begroting van het ministerie van Defensie. Drie vragen en drie antwoorden over die begroting.
1. Hoeveel geld gaat er om in deze begroting?
Minister Van Middelkoop van Defensie mag volgend jaar bijna 8,5 miljard euro uitgeven. De Koninklijke Landmacht slokt een groot deel van dit budget op: 1.351.361.000 euro. Van de vier krijgsmachtdelen kost de Koninklijke Marechaussee de minister het minste geld: 386.130.000 euro. Ongeveer 270 miljoen spendeert de bewindsman aan de missie in Uruzgan; 80 miljoen euro is beschikbaar voor onder meer nieuw materieel en 50 miljoen euro voor personeelsbeleid.2. Wat wil de coalitie?
CDA-Kamerlid Knops meent dat de krijgsmacht overal ter wereld inzetbaar moet zijn. „De wereld is er niet veiliger op geworden”, stelt hij. Op het defensiebudget mag daarom niet worden bezuinigd. De huidige missies, die veel extra geld kosten door slijtage, mogen wat het CDA betreft niet leiden tot intering op de defensiebegroting.
De grootste coalitiefractie maakt zich zorgen over het personeeltekort bij defensie. De minister moet niet alleen inzetten op de werving van nieuwe militairen, betoogt Knops, maar ook op behoud van het huidige personeel. Met het oog daarop stelt hij voor om militairen die drie uitzendingen achter de rug hebben een eenmalige bonus te geven. „Ze zijn bij elkaar een jaar lang van hun gezin gescheiden geweest.”
De christendemocraat zal Van Middelkoop oproepen door te gaan met het afschaffen van overtollige regels bij de krijgsmacht. Hij wil van de minister horen wanneer Defensie het beloofde internaat gaat opzetten waar „jongeren die wat meer structuur nodig hebben” 24 uur per dag worden opgevangen en worden opgeleid.
De missie in Uruzgan vergt veel van het leger, aldus Knops. Wat hem betreft ziet het kabinet daarom af van grootschalige inzet in bijvoorbeeld Afrika.
3. Wat wil de oppositie?
GroenLinks vindt dat er in vier jaar tijd 10 procent van het defensiebudget af kan. „Die 10 procent kunnen we besparen door de JSF niet aan te schaffen”, licht GroenLinks-Kamerlid Diks toe. „Onze krijgsmacht heeft zo’n gevechtsvliegtuig niet nodig. Wij moeten helemaal niet mee willen doen aan aanvalsoorlogen.” Ze wil een reorganisatie van het leger: „Onze kracht ligt in de fase na de aanval, die van de wederopbouw.”
De militaire strijd die Nederlandse militairen in Uruzgan leveren met de taliban is volgens Diks „niet te winnen. Wij moeten met hen in gesprek gaan. Niet met de oorlogsmisdadigers, natuurlijk. Die horen achter de tralies.”
Wat GroenLinks betreft was de missie niet tot en met 2010 verlengd. De militairen moeten in elk geval aan het eind van dat jaar naar huis komen. Diks stelt dat het „misschien zou kunnen” dat Nederland na die datum toch nog actief blijft in Afghanistan, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de politie daar. Liever zou ze zien dat het leger meer wordt ingezet in Afrika.
Diks pleit voor meer samenwerking tussen de EU-lidstaten op defensiegebied. „De landen kunnen zich dan specialiseren. Nederland bijvoorbeeld in luchttransport.”