Geen schadevergoeding nabestaanden bloedbad Java
Nederland betaalt geen schadevergoeding aan de nabestaanden van slachtoffers van de massa–executies, die het Nederlandse leger in 1947 in het Indonesische dorp Rawagedeh heeft uitgevoerd. Volgens de overheid zijn deze vorderingen verjaard.
Dit blijkt uit een brief die de landsadvocaat aan de eisers heeft gestuurd. Tien Indonesische nabestaanden stelden op 8 september van dit jaar Nederland aansprakelijk voor de moord op hun echtgenoten en andere mannelijke familieleden in Rawagedeh.De advocaten van de nabestaanden zeggen dat de Nederlandse overheid wel bereid is om met hun cliënten te spreken over de verwerking van hun leed. In de brief staat verder dat „de Staat het in hoge mate betreurt dat door Nederlandse militairen gevangengenomen Indonesische mannen zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd".
„Een onredelijk beroep op verjaring", vinden de advocaten Liesbeth Zegveld en Gerrit Jan Pulles. „Bij andere vorderingen uit de periode rond de Tweede Wereldoorlog heeft de Staat zich uitdrukkelijk niet op verjaring beroepen. Denk aan de teruggave van geroofde kunst en denk aan het financieel compenseren van Nederlandse Indië–gangers. Juist in het geval van ernstige schendingen van mensenrechten als in Rawagedeh zou de overheid zich niet op verjaring mogen beroepen".
De raadslieden vinden het wel positief dat de overheid met de nabestaanden wil gaan praten, om op die manier te helpen met de verwerking van hun leed. „Dit geeft aan dat men inziet dat door Nederlandse militairen indertijd groot leed is aangericht", concluderen Zegveld en Pulles.
Op 9 december 1947 vielen Nederlandse troepen het dorp Rawagedeh op Java binnen en doodden honderden mannelijke dorpsbewoners. Ook gevangenen en vluchtende mensen werden geëxecuteerd. Een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties noemde het Nederlandse militaire optreden ’opzettelijk en meedogenloos’.
Het was nu voor het eerst dat Indonesische slachtoffers Nederland aansprakelijk stelden. De nabestaanden vroegen in hun vordering om schadevergoeding, maar bovenal excuses en erkenning voor wat hen is aangedaan.