VN-inspecteurs beginnen woensdag in Irak
De eerste ronde van wapeninspecties in Irak zal naar verwachting woensdag beginnen. VN-wapeninspecteur Hans Blix heeft dit maandag gezegd nadat hij de Veiligheidsraad had geïnformeerd over zijn recente reis naar Bagdad.
Blix vertelde de raad maandag achter gesloten deuren dat de Irakezen nota hadden genomen van zijn plannen om presidentiële paleizen te inspecteren. Zij hadden opgemerkt dat „het betreden van een presidentiële locatie niet precies hetzelfde is als het betreden van een fabriek.”
Blix zei dat hij tegen de Kerst honderd inspecteurs in Irak zal hebben en dat de logistiek snel wordt verbeterd. Hij dankte met name de Nieuw-Zeelandse regering, die had gezorgd voor communicatiedeskundigen en medisch personeel. Ook zei hij dat er voor het einde van de week acht helikopters in Bagdad zullen zijn.
Blix zei verder dat de Irakezen „enige onzekerheid” hadden laten blijken met betrekking tot de eis om voor 8 december een volledig overzicht te produceren van hun nucleaire, chemische en biologische programma’s. Bepaalde zorgen leken van technische aard, bijvoorbeeld hoe gedetailleerd de te verstrekken informatie dient te zijn over de uitgebreide petrochemische industrie, aldus Blix.
Maandagmiddag arriveerde een eerste team van inspecteurs in Irak. Het uit achttien man bestaande team -zes nucleaire deskundigen van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en twaalf VN-experts op het gebied van de productie van biochemische wapens- landde op het vliegveld van de Iraakse hoofdstad.
De komende weken zullen nog eens enkele tientallen inspecteurs naar Irak afreizen voor Unmovic, de officiële benaming van de wapeninspectiecommissie. In totaal zullen ongeveer honderd inspecteurs werkzaam zijn in Irak, al zal de samenstelling van de inspectieteams, waar in totaal zo’n 300 biologen, chemici, raketdeskundigen en nucleaire experts deel van uitmaken, regelmatig gewijzigd worden.
Een cruciaal moment wordt op 8 december bereikt, als Irak informatie over de ontwikkeling van massavernietigingswapens moet overdragen aan de VN. De Britse premier, Tony Blair, heeft maandag gezegd dat de Iraakse leider, Saddam Hussein, rekening moet houden met „ernstige gevolgen” als Irak op 8 december aangeeft geen programma voor de ontwikkeling van biochemische of nucleaire wapens te hebben en ook niet beschikt over grondstoffen voor de productie ervan. Eerder liet ook de Amerikaanse president George Bush al weten dat een Iraakse ontkenning niet acceptabel zal zijn, omdat de VS de afgelopen jaren bewijzen in handen zouden hebben gekregen over Iraakse wapenprogramma’s.
De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, heeft in een brief aan VN-secretaris-generaal Kofi Annan dit weekeind geschreven dat de VS elk excuus aan zullen grijpen om een oorlog tegen Irak te beginnen. Volgens Irak is vooral de opgave die het moet doen over zijn chemische industrie reden voor ongerustheid, omdat veel van de grondstoffen die daar gebruikt worden ook voor militaire doeleinden aangewend zouden kunnen worden en als zodanig kunnen worden bestempeld door de VS.
Het hoofd van de IAEA, Mohamed El-Baradei, heeft maandag gezegd dat Irak een oorlog kan voorkomen en het einde van de internationale sancties tegen het land kan bewerkstelligen door volledige medewerking aan de VN-wapeninspecties te verlenen. Volgens de Egyptenaar moeten Arabische landen Irak ervan overtuigen dat het geen andere optie heeft dan mee te werken aan de begin deze maand aangenomen resolutie 1441 van de VN-Veiligheidsraad.