Baas wint altijd bij kantonrechter
De kantonrechters gaan per 1 januari een verfijnde formule voor ontslagvergoeding hanteren. Prima, vindt Aalt van de Glind, maar het grootste probleem blijft nog bestaan: de eenzijdige rechtspraak waarbij de baas altijd wint, gaat gewoon door.
De Kring van Kantonrechters heeft besloten de zogeheten kantonrechtersformule waarmee de ontslagvergoeding wordt vastgesteld, te verfijnen. De nieuwe formule heeft meer oog voor zowel de financiële positie van de werkgever als de kans op nieuw werk van de werknemer. Als belastingbetaler en ervaringsdeskundige waardeer ik dat positief.Maar helaas gaat de eenzijdige rechtspraak gewoon door. Vorig jaar kwamen meer dan 29.000 mensen via de kantonrechter op straat te staan en in 2006 vlogen meer dan 54.000 mensen langs deze weg de WW in. In 98 procent van de gevallen kreeg de baas zijn zin en maakte de werknemer geen schijn van kans. Volgens minister Donner gebeurt dat zonder inhoudelijke toetsing.
In de beslissingen van de kantonrechter speelt het ondernemingsbelang een grote rol: de baas wil iemand weg hebben, er ontstaat een conflict, vervolgens vliegt de werknemer eruit omdat het belang van de totale onderneming groter is dan het belang van de individuele werknemer.
Maar in veel gevallen loopt het belang van de onderneming niet parallel met het ontslag van de werknemer. Met drie voorbeelden illustreer ik dat.
Het eerste is simpel en komt uit de zorgsector. Daar is een teamleider die haar eigen grappen leuk vindt. Niets mis mee, maar het wordt wel vervelend wanneer zij denkt dat haar ondergeschikten allemaal datzelfde gevoel voor humor moeten hebben. Het is veel gezonder voor de zorginstelling dat de niet-lachende werknemer mag blijven en dat de teamleider verplicht wordt de workshop ”relativering van het eigen ego” te volgen. Maar helaas, bij de kantonrechter wint altijd de baas.
Lopende band
De tweede zaak vindt plaats in een groot productiebedrijf met twaalf vestigingen waar dertig verschillende producten gemaakt worden. Om strategische redenen besluit de centrale directie dat vestiging A ook producten gaat maken die tot dan alleen op vestiging B gemaakt werden. Zo’n besluit is leuk voor A en lastig voor B, maar soms moet het zo.
Wat niet moet is dat dit zonder enig overleg met de vestigingsleider van B gebeurt. Terecht komt vestigingsleider B met stevige argumenten ter verbetering van de communicatie. Het is in dit geval voor de productie op alle vestigingen veel beter dat vestigingsleider B voorlopig niet wordt weggestuurd door u en dat u het directielid productieplanning op communicatiecursus stuurt. Maar helaas, bij de kantonrechter wint altijd de baas.
Het derde geval speelt zich af op een scholencombinatie van tien scholen, waarvan de grootste 1500 leerlingen telt. Daar is een docent werkzaam die zich schuldig maakt aan lesverzuim, declaratiefraude en ongewenste intimiteiten. Het bestuurscollege houdt die docent de hand boven het hoofd en de directeur, die officiële bestuurssancties eist van het bestuur voor deze docent, wordt door de kantonrechter ontslagen.
Hoezo belang van de school? Hoezo veiligheid van de leerlingen? Beter is in dit geval dat die docent per direct op non-actief komt te staan, dat de locatiedirecteur -in ieder geval voorlopig- op zijn stoel blijft en dat de personele mismanager naar de bijspijkerlessen van de bestuursschool gaat. Maar helaas, bij de kantonrechter wint altijd de baas.
Ongetwijfeld zijn er veel varianten op deze voorbeelden. Daarbij komt dat er in de rechtszalen met modder mag worden gesmeten en er niet naar waarheid gezocht wordt. Minister Donner zou daarom de kantonrechter bij deze lopende band van ontslagverlening weg moeten halen.
De auteur is schrijver van ”De ontslagerij” (2006).