Donner en Aboutaleb: hulp naar werk niet te duur
Minister Piet Hein Donner en staatssecretaris Ahmed Aboutaleb (Sociale Zaken) bestrijden conclusies van de CSI–denktank voor steden dat investeringen van gemeenten te weinig mensen uit de bijstand helpen aan een baan. Volgens het Nicis College van Stedelijke Innovatie (CSI) bedroegen de re–integratiekosten vorig jaar 537.000 euro per persoon die aan het werk is gekomen.
„Van dik hout zaagt men planken", oordeelde Aboutaleb donderdag, toen de Tweede Kamer opheldering vroeg over de conclusies in het CSI-rapport ’Aan de slag met een doeltreffend arbeidsmarktbeleid’. Volgens hem en Donner helpen gemeenten veel meer mensen dan het CSI veronderstelt. Ook gaat het vaak om langdurige trajecten met scholing en begeleiding naar de arbeidsmarkt, waarvan de resultaten niet direct in een jaar zichtbaar zijn.„Als we inderdaad aan elke werkloze een half miljoen euro besteden, zouden we direct stoppen”, aldus Donner. Volgens hem investeren gemeenten jaarlijks in ongeveer 200.000 re-integratietrajecten. Gemiddeld kost deze hulp 10.000 euro per persoon en komt 47 procent van de deelnemers aan het werk. „Dat is 22.000 euro per persoon die aan het werk komt”, rekende Aboutaleb voor.
Oppositiepartijen SP, VVD, GroenLinks en D66 waren niet echt onder de indruk van het verhaal van de bewindslieden. VVD-Kamerlid Nicolaï noemde het krankzinnig dat gemeenten nog 1,5 miljard euro kunnen steken in de hulp aan werklozen, terwijl al jaren twijfel bestaat over het nut ervan.
Zijn GroenLinks-collega Van Gent verweet het kabinet herhaaldelijke verzoeken van de Kamer om betere resultaten niet serieus te nemen.
Regeringspartij CDA is ook kritisch over het re-integratiebeleid. Maar CDA-Kamerlid Van Hijum verwacht verbetering, omdat Donner en Aboutaleb een plan van aanpak hebben gemaakt om de hulp aan werklozen selectiever in te zetten en resultaten inzichtelijk te maken.
Het is volgens coalitiegenoot Spekman van de PvdA zaak ook te laten zien dat veel langdurig werklozen wel bezig zijn, maar niet zomaar aan een baan te helpen zijn. Mensen hebben vaak bijscholing nodig en moeten eerst door vrijwilligerswerk of stages maatschappelijk actief worden gemaakt.