Handelingen 6:11Stefanus heeft in zijn twistgesprek met de Joden hen tot hun grote schande beschaamd gemaakt. Maar zie eens waar zo’n boosheid hen toe kan brengen. Want sinds de eerste mensen in het paradijs de leugen hebben lief gekregen, heeft de leugen in de wereld ook de meeste ingang gehad.

Toen maakten zich mannen op, die zeiden (…) Evenals de goddeloze koningin Izebel twee Belialsmannen omkocht om tegen de vrome Naboth te getuigen en in het gericht te trachten hem te beschuldigen, gingen ook deze booswichten te werk. Zij kunnen tegen Stefanus echter niet bestaan. Die weet hen uit Gods Woord de mond te stoppen. Er is geen andere weg dan deze heilige man met leugens en lastering te bezwaren, alsof hij geen achting had voor God of de overheid. Daarom moest hij moorddadig van kant geholpen worden, schuldig of onschuldig. Zij kochten die mannen om met geld, gelijk Izebel dat deed.

Die mannen getuigen: Wij hebben Stefanus horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God. Mozes was een man die te allen tijde bij de Joden in grote achting was. Het was Mozes die als een grote verlosser hun vaderen had uitgeleid uit die zware slavernij van Egypte.

Johannes Barueth,
(”Historie van de H. Stéphanus”, 1770)

predikant te Dordrecht