„Geloofscommunicatie nooit zonder Christus”
Een ontmoeting met God is niet gepland. Het is een ervaring om op een onherleidbare, absolute wijze door God te worden aangesproken. Dat kan in een preek of onder het zingen. Maar ook veel breder: door een roman of een gedicht, in klassieke muziek of een popsong.
Prof. dr. H. P. de Roest zei dit vrijdag in Leiden bij het uitspreken van zijn oratie. Hij aanvaardde daarmee zijn hoogleraarschap praktische theologie vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk aan de Universiteit Leiden.
”Geloofscommunicatie en gemeenschapsvorming” was het thema van zijn oratie. „Het draait voor mij uiteindelijk allemaal om die wonderlijke momenten waarbij mensen zich door God, door Christus en daarmee door de Geest geraakt weten”, zei De Roest. Hij is ervan overtuigd dat christelijke geloofscommunicatie niet om Jezus Christus heen kan. „Uiteindelijk klinkt in christelijke geloofscommunicatie altijd weer Zijn Naam.”
Christus treedt mensen tegemoet, zei prof. De Roest, in liederen en gebeden, in doop en avondmaal, in gesprekken en preken, in rituelen en symbolen. „Ruimer gedacht, naar de ervaring van velen kán Christus mensen aanraken door een roman of een gedicht; in klassieke muziek en in een popsong; in een film en een toneelstuk; in kunstwerken. Veelal zal het daarbij gaan om een specifieke Christus-interpretatie die mensen aanspreekt.”
De nieuwe Leidse hoogleraar wees erop dat die momenten niet gepland zijn. Soms blijven ze heel lang weg, zei hij, ondanks een verlangen naar een goddelijke aanspraak. „Dat komt vaak omdat mensen niet doen wat ze in die aanspraak beleven. De momenten waarop mensen zich aangesproken weten, kunnen schaars worden doordat de feilloos te registreren discrepantie tussen woord en daad, pretentie en gedrag van de gelovigen tegen de geloofwaardigheid van de boodschap pleit.”
Vanuit de verticale lijn, de geloofscommunicatie, kan er ook sprake zijn van gemeenschapsvorming, vindt de nieuwe hoogleraar. Vanaf het moment dat mensen zich geïnspireerd of bezield weten, is er, naar onderzoek uitwijst, bij velen ook een streven naar (een vorm van) gemeenschap, naar samenvoeging van mensen. Christelijk geloof tendeert naar collectivering. Het blijft niet bij een louter innerlijk gebeuren, al houden mensen de ervaring soms „teder naar binnen gekeerd.”
De voormalige hervormde predikant van onder meer Monnickendam stelt zich als doel om die twee lijnen -de aanspraak door God enerzijds en de gemeenschap met anderen anderzijds- in zijn hoogleraarschap op een centrale plaats te zetten.