Dat stellen de hoogleraren strafrecht Cyrille Fijnaut en Brice de Ruyver in hun vrijdagmiddag gepresenteerde rapport over de aanpak van grensoverschrijdende drugscriminaliteit. Veel ’echte’ drugstoeristen kunnen in hun thuisland illegaal evengoed alles krijgen wat van hun gading is, aldus het rapport. „Nederland is bepaald niet het enige land waar drugs illegaal op grotere en kleinere schaal verkrijgbaar zijn.”Fijnaut en De Ruyver vragen zich af of het maken van een onderscheid tussen softdrugs en harddrugs nog wel zinvol is waar het gaat om groothandel en distributie ervan. Op dit niveau lopen drugsstromen steeds meer in elkaar over. Bovendien heeft een toenemend aantal drugsgebruikers behoefte aan meerdere soorten drugs tegelijk. „Hiermee is meteen gezegd waarom drugspanden vaak floreren: gebruikers kunnen hier alles vinden wat ze zoeken.”

Beide hoogleraren schreven hun rapport in opdracht van de gouverneurs van Limburg en vier omringende regio’s in België en Duitsland. Zij doen daarin aanbevelingen voor een betere samenwerking over de grenzen heen bij de bestrijding van drugscriminelen en overlast. Verder pleiten ze voor het formeren van een narcoticadienst binnen de Zuid-Limburgse recherche, het inschakelen van de Nationale Recherche en het landelijke parket bij de aanpak van in Limburg actieve criminele groepen uit de Randstad, en een onderzoek naar personen die bij de aanvoer van softdrugs naar Limburgse coffeeshops aan de touwtjes trekken.

Ook adviseren zij de gemeente Maastricht niet te hard van stapel te lopen met het verplaatsen van coffeeshops naar de stadsrand. Zij pleiten voor de inrichting van één, hooguit twee plekken met elk twee of drie shops, waarbij later kan worden bekeken hoe dit gewerkt heeft.

Opvallend is het pleidooi ook Frankrijk te betrekken bij het samen aanpakken van drugscriminaliteit omdat nogal wat drugstoeristen daarvandaan komen.