„Justitie heeft tunnelvisie in Aholdzaak”
AMSTERDAM (ANP) – Het openbaar ministerie heeft een tunnelvisie in de strafzaak tegen vier oud–bestuurders van supermarktconcern Ahold. Dat betoogde advocaat Jan Sjöcrona, die de verdachten Jan Andreae en Roland Fahlin bijstaat, vrijdag voor het gerechtshof in Amsterdam waar het hoger beroep dient.
Het OM zou enkel uit zijn op een veroordeling zonder oog te hebben voor andere verklaringen.„Het requisitoir hangt als een lappendeken aan elkaar van onjuiste veronderstellingen, verkeerde interpretaties, kwaadwillend denken en vooral onbegrip".Sjöcrona noemde de visie van de advocaat–generaal „eenzijdig en verkokerd". „Het is alsof er bij het OM alleen interesse is in zijn eigen constructie van de waarheid, die koste wat het koste bewezen moet worden".
Oud–bestuuder Andreae en ex–commissaris Fahlin staan met voormalig topman Cees van der Hoeven en diens toenmalige financieel rechterhand Michiel Meurs terecht voor hun aandeel in de boekhoudfraude bij Ahold. De rechtbank veroordeelden drie van hen tot geldboetes en voorwaarlijke straffen. Fahlin werd vrijgesproken, maar zowel het OM als de verdediging ging in hoger beroep tegen het vonnis.
De zaak draait om het met recht mogen optellen van omzetten (consolideren) van buitenlandse dochterondernemingen terwijl er geen sprake was van volledige zeggenschap. Middels een zogeheten ’control letter’ claimde het supermarktconcern de leiding bij de bedrijven om zo te mogen consolideren. Andere documenten weerspraken weer deze zeggenschap.
De handtekening van Andreae en Fahlin staat onder zowel de control als de side letter van de Zweedse dochter ICA. De advocaat verwijt het OM niet te hebben aangetoond wat zijn cliënten precies op welk moment wisten en hoe zij daarop bewust handelden. „Deze strakzaak is geen Spielerei, heeft carrières gebroken, groot inkomensverlies opgeleverd en bij cliënten en hun gezinnen diepe spanningen veroorzaakt."