Pensioenfondsen moeten vernieuwen
De pensioenfondsen moeten vernieuwen. Dat zei minister W. Bos donderdag op het congres van de stichting van ondernemingspensioenfondsen. Een samenvatting.
Moeilijke tijden zijn het zeker. Niet alleen de financiële positie van banken en verzekeraars, ook die van de Nederlandse pensioenfondsen is zorgelijk. Dat ontgaat de mensen in het land niet. Ik krijg brieven en telefoontjes van Nederlanders die zich zorgen maken. Zorgen over indexatie, zorgen over het voortbestaan van hun pensioen. De Nederlandse versie van Joe the Plumber weet veel meer van zijn of haar pensioen dan tien jaar geleden, en hij of zij snapt heel goed waar het belangrijkste ventiel van de pensioenfondsen zit: in de eigen portemonnee.Gelukkig kan ik deze mensen gedeeltelijk op hun gemak stellen. De Nederlandse aanpak van het toezicht heeft de afgelopen maanden gewerkt. De royale buffers blijken niet voor niets aangelegd en -vooralsnog- goed te werken voor het pensioenstelsel als geheel. De komende maanden moet het Financieel Toezicht Kader zijn werk doen. Ik heb alle vertrouwen in de manier waarop DNB daar invulling aan geeft.
Natuurlijk heeft de financiële crisis ons wel extra aan het denken gezet over de toekomst van het pensioenstelsel. Juist in deze roerige tijden is het belangrijk om verder te kijken.
De basis is gelukkig goed. We zijn terecht trots op ons unieke Nederlandse pensioenstelsel: goed gekapitaliseerd, solide toezicht, governance met een breed draagvlak. Maar het stelsel is wél toe aan onderhoud. De belangrijkste verworvenheid van het stelsel is het beginsel van de solidariteit. Ik bedoel dat niet eens ideologisch, maar gewoon dat we door met mensen van verschillende leeftijden in een pensioenpool deel te nemen, de risico’s spreiden. Maar die solidariteit staat onder druk. Voor een belangrijk deel omdat we vasthouden aan heilige huisjes.
Het is duidelijk dat ons pensioenstelsel, zeker voor een open, internationale economie als Nederland, erg nationaal en erg gesloten is. Daardoor wordt unieke kennis en ervaring nog nauwelijks gebruikt voor ’exportdoeleinden’. Gelukkig heeft Holland Financial Center de pensioensector gebombardeerd tot speerpunt van beleid.
Waar we ook aan moeten blijven werken is ons vestigingsklimaat. Dat kan veel beter, zeker als we onze concurrenten in België, Luxemburg en Ierland voor willen blijven. Daarom ben ik blij dat de ministerraad afgelopen vrijdag het wetsvoorstel voor de premiepensioeninstelling, de PPI, heeft goedgekeurd. De PPI wordt een gemakkelijk op te richten entiteit om grensoverschrijdende pensioenregelingen uit te voeren. We hebben bij de vormgeving goed geluisterd naar de wensen van de pensioensector en de pensioenadviseurs, via een formele consultatie en veel informele gesprekken.
Voor de mensen die hun eerste indruk ontlenen aan zurige reacties op de consultatieversie: deze PPI kan aanzienlijk meer dan daar werd gesuggereerd. Zeker nu ik -op basis van de consultatie- heb besloten om de verplichte bewaarder te laten vallen. De PPI mag ook gaan bemiddelen bij de omzetting naar een verzekerd product. Deze eenloketgedachte was een belangrijke wens van enkele partijen in de markt.
De PPI is in eerste instantie gericht op buitenlandse pensioenregelingen, maar kan op termijn ook een uitkomst blijken voor veel Nederlandse regelingen. Ik verwacht dat de PPI ook kan inspelen op de wensen van internationale concerns. De ondernemingspensioenfondsen die zijn verbonden aan zo’n concern nodig ik van harte uit voor een gesprek met mijn pensioenmensen. Het wetsvoorstel PPI gaat nu naar de Raad van State en daarna naar het parlement. Ik verwacht dat we voor de zomer van 2009 van start kunnen.
Begrijpelijk
Het is nu aan de pensioenfondsen om gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden. Ik hoop van harte dat ze die uitdaging gaan oppakken, dat grotere fondsen en uitvoerders, die toch al de commerciële slag maken, de kansen grijpen.
De auteur is minister van Financiën.
Maar nationaal of internationaal, kredietcrisis of niet, pensioenen zijn er voor mensen. Daarom blijft het van belang om te zorgen dat producten begrijpelijk blijven. Daar is de laatste jaren ook door de overheid hard aan gewerkt. Op Financiën voor bank- en verzekeringsproducten, op SZW voor de pensioenen.
Samen moeten we ervoor zorgen dat de Nederlandse Joe the Plumber begrijpt hoe zijn pensioenregeling in elkaar zit, dat hij begrijpt wat indexatie inhoudt, hoe zijn pensioen wordt opgebouwd en wat hij er uiteindelijk aan overhoudt. Joe raakt -meestal- niet in paniek van een iets lagere dekkingsgraad, maar wil wél weten hoe het herstel daarvan wordt betaald. En hij wil steeds vaker weten hoe het zit met het beleggingsbeleid en met de ideeën over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ik ga ervan uit dat de pensioenfondsen blijven zorgen voor de antwoorden. Nieuwe ideeën die leiden tot meer transparantie ondersteun ik dan ook van harte, en ik zie uit naar de initiatieven op dit gebied!