Binnenland

Belastende filmpjes online

Welke overvaller sloeg zijn slag in een tankstation? Wie waren de jeugdige inbrekers die in het holst van de nacht de deur van een bedrijfspand forceerden? Door camerabeelden van die incidenten op videowebsite YouTube te zetten, wil de politie vooral jongeren aanmoedigen met tips te komen.

Jan Mark ten Hove en Johannes Visscher
7 November 2008 21:14Gewijzigd op 14 November 2020 06:41
Theo Meus en Renate den Elzen van het politiekorps Hollands Midden. „Via opsporingsprogramma’s op televisie bereiken we jongeren niet zo snel.” Foto Peter Schipper
Theo Meus en Renate den Elzen van het politiekorps Hollands Midden. „Via opsporingsprogramma’s op televisie bereiken we jongeren niet zo snel.” Foto Peter Schipper

Vol in beeld stond de overvaller van een tankstation in Leiden. Wie is de onbekende man op de beveiligingscamera?In de hoop -jeugdige- getuigen over de streep te trekken, besloot de politie Hollands Midden begin dit jaar de camerabeelden van de overval op YouTube te plaatsen. De actie wierp vruchten af. Na drie tips via Meld Misdaad Anoniem wist de politie de dader in de kraag te vatten.

Begin dit jaar rees bij het korps Hollands Midden het idee om van YouTube gebruik te maken bij het oplossen van misdrijven, schetst Theo Meus, op het hoofdbureau van de politie in Leiderdorp. De politieman is belast met opsporingsberichtgeving in de media.

Zijn korps werd op het spoor gezet door een actie van collega’s in Rotterdam. „Agenten maakten een reconstructie van een beroving van een oude vrouw in een afgelegen gebied en zetten die op YouTube. Duizenden mensen hebben die beelden bekeken.” Na goedkeuring door het openbaar ministerie verscheen vier maanden geleden het eerste opsporingsfilmpje van Hollands Midden op YouTube.

Motorrijder
Door gebruik te maken van YouTube hoopt Hollands Midden met name jongeren te betrekken bij de opsporing. „Bekend is dat zij veel gebruikmaken van YouTube”, zegt Renate den Elzen, communicatiemedewerkster bij het politiekorps en gespecialiseerd in nieuwe media. „Via opsporingsprogramma’s op televisie bereiken we jongeren niet zo snel. Zo is bekend dat Opsporing Verzocht vooral mensen van boven de vijftig jaar trekt.”

Als de politie een filmpje op internet plaatst, kan dat ook tot doel hebben burgers aan het denken te zetten, legt Den Elzen uit. „Op onze eigen website hebben we bijvoorbeeld beelden gezet van een motorrijder die 200 kilometer per uur reed op een randweg in de Bollenstreek. Recherchetechnisch voegt zo’n filmpje niet zo veel toe. Maar we willen met de beelden bereiken dat mensen gaan nadenken over zogenaamd stoer gedrag.”

Rolletje drop
Aan opsporing via internetfilmpjes zitten nogal wat haken en ogen, legt Meus uit. Allereerst moet gelden dat de gezochte persoon die op de beelden staat geen bekende van de politie is. „Als we bijvoorbeeld vermoeden dat de ons bekende veelpleger Jantje of Pietje achter een overval zit, zetten we geen camerabeelden op YouTube.”

Verder worden filmpjes alleen ingezet bij misdrijven waar een gevangenisstraf van ten minste vier jaar cel op staat. „Dus geen filmpjes waarop een kind een rolletje drop in de drogisterij steelt. Dan zouden we wel heel ver doorslaan.”

Ook mogen de filmpjes geen herkenbare beelden bevatten van slachtoffers of omstanders. „We willen niet dat een omstander of slachtoffer later wordt geconfronteerd met opmerkingen als: „Jij was ook bij die overval.” Alleen als het slachtoffer, bijvoorbeeld een beroofde winkelier, met zijn rug naar de camera toe staat, kunnen we die beelden in de openbaarheid brengen.”

De kwaliteit van filmpjes op YouTube is niet altijd om over naar huis te schrijven, beseffen de politiemedewerkers. Den Elzen: „Op een filmpje op YouTube worden specifieke details, zoals een bepaalde manier van lopen van de dader of een opvallend horloge, slecht weergegeven. Bij landelijke of regionale opsporingsprogramma’s op tv zijn de beelden meestal scherper.”

Kopie
Beide politiemedewerkers beseffen dat niet iedereen gecharmeerd is van YouTube, omdat er ook veel vunzigheid op de website is te vinden. Dat weerhoudt het korps er niet van gebruik te maken van het medium. Van Elzen: „Wij zijn verantwoordelijk voor onze eigen filmpjes, uiteraard niet voor alles wat op internet is te vinden. Bovendien maken we op YouTube gebruik van een eigen kanaal.”

Bestaat het gevaar dat politiefilmpjes, met beelden van een verdachte, tijdenlang rond gaan zwerven op internet? Van Elzen: „Dat valt niet uit te sluiten, maar de praktijk leert dat dat wel meevalt. In theorie kunnen mensen thuis ook een kopie maken van Opsporing Verzocht op televisie en die beelden verspreiden. Toch hoor je daar eigenlijk nooit over. Daar komt bij dat we ons politiefilmpje telkens na een paar weken verwijderen en nog eens goed op internet rondkijken om eventueel elders kopieën van onze beelden te laten verwijderen.”

Vuurwerkbom
De politie plaatst niet alleen zelf filmpjes op YouTube, maar speurt ook naar verdachte beelden op internet. Den Elzen: „Onze digitale recherche kwam bijvoorbeeld op YouTube een filmpje tegen waarop te zien was hoe een jongen met een zelfgemaakte vuurwerkbom een bankje in Bodegraven vernielde. Hij zette zelf de opnamen op internet. Op die manier konden wij de dader achterhalen.”

Bij speurwerk naar filmpjes is alertheid geboden, vult Meus aan. „De politie komt niet zomaar in actie als er op internet een filmpje te zien is waarop een jongere een pak slaag krijgt. Dat kan ook een nepvertoning zijn van een groep vrienden. We treden in principe alleen op als er een aangifte ligt van het bewuste misdrijf of als bijvoorbeeld een ziekenhuis een melding over een gewonde doorgeeft die direct aan dat filmpje te koppelen is.”

Haringen
Met het YouTubeproject zijn de plannen van de recherche nog niet uitgeput, geeft Meus aan. „Ik denk er bijvoorbeeld over om op schermen bij McDonald’s informatie over misdrijven te plaatsen of foto’s bij de HEMA op te hangen.”

Met tevredenheid denkt hij terug aan een recent project waarbij reizigers via schermen in de bus werden opgeroepen tips te geven rond een overval. „Het betrof de beroving van een vrouw van negentig. Ze kwam net van de visboer vandaan, 50 meter van haar woning, dicht bij een buslijn. Twee jongetjes van vijftien stalen haar spullen: 20 euro en twee haringen. We dachten: Dit moeten sommige reizigers toch hebben gezien? Uiteindelijk konden we de zaak oplossen.”

Is er het risico dat burgers moe worden van al die politie-informatie? „We moeten oppassen voor een overvloed aan informatie”, geeft Meus toe. „Als je rustig in een restaurant zit te eten, wil je niet worden geconfronteerd met beelden van een misdrijf.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer