Niet reanimeren
Harmen van der Wilt stelt (RD 23-10) dat de niet-reanimerenpenning van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) niet geldig is.
Belangrijk bezwaar: de penning is niet schriftelijk, zoals de wet vereist. Maar, wat moet onder „schriftelijk” worden verstaan: handgeschreven, of getypt op een ouderwetse schrijfmachine, of geprint met behulp van een pc? Of betekent het „op papier”? Van Dale heeft het over „het gebruik van op of in iets aangebrachte tekens om taal over te brengen.” Dat zou dus heel goed een penning kunnen zijn. Dat het tuchtcollege grote voorzichtigheid verlangt bij de naleving van een schriftelijke negatieve wilsverklaring is terecht en de NVVE onderstreept dit. Maar het kan niet zo zijn dat omdat de gevolgen verstrekkend kunnen zijn, zo’n verklaring dan maar beter niet kan worden nageleefd. Daarmee nemen we de wensen van anderen niet meer serieus, meer zelfs, we ontnemen hun rechten die ze op grond van de wet hebben. De juridische bezwaren tegen de penning lijken op koudwatervrees en het praktische bezwaar dat het maar de vraag is of de penning wel hoort bij degene bij wie hij wordt aangetroffen, is vergezocht. Wie wil zo veel moeite doen om een ander reanimatie te onthouden om zodoende diens dood te bewerkstelligen? Statistisch gezien is de kans op een reanimatie al klein, en dan moet je er met je ’valse’ penning op dat moment ook nog maar net naast staan. Een omslachtige methode voor iemand die kwaad wil. Naar aanleiding van het artikel zijn er weer Kamervragen gesteld over de niet-reanimerenpenning. Kamerlid Koser Kaya (D66) heeft minister Klink gevraagd wat hij vindt van het standpunt dat de penning niet op schrift zou zijn gesteld.Mr. Roel de Leeuw
Postbus 75331
1070 AH Amsterdam
Acne (slot)
Na de aandacht voor acne (RD 18-10) wil ik (man) graag mijn ervaring met Roaccutane met de lezers delen. In 2003 begon ik met een Roaccutanekuur, omdat er niets hielp om m’n puistjes weg te krijgen. Na een aantal maanden werd het langzaamaan minder erg. Nadat ik gestopt was, kreeg ik echter binnen een paar weken hevige buikpijn en uiteindelijk ging ik continu naar de wc. Ten slotte met spoed naar het ziekenhuis, waar de chronische darmziekte colitis ulcerosa werd vastgesteld. Ik was er direct van overtuigd dat dit kwam door Roaccutane, maar dit was toen nog niet bekend onder medici. Na onderzoek bleek dat Roaccutane inderdaad de veroorzaker was. Hierna heb ik meegewerkt aan een artikel voor de medische wereld, om anderen te waarschuwen. Uiteindelijk ben ik van m’n puistjes af, maar heb ik er een levenslange ziekte voor terug. Kijk dus uit waar je voor kiest.
(naam en adres bij redactie bekend)
Darwinjaar
De uitspraak van prof. C. Dekker (RD 31-10): „God deed Zijn scheppingswerk door de evolutie te sturen”, typeert de spagaat waarin een aantal christenwetenschappers en -opinieleiders zich de laatste jaren bevindt. Komt Dekker tot deze uitspraak omdat de exegese van Genesis 1-3 hiertoe aanleiding geeft, of is er de overtuiging dat het fundament onder de evolutietheorie zo solide is dat die om herziene hermeneutiek en exegese vraagt? Dat laatste zou niet mogen. Natuurwetenschappen bepalen toch niet hoe wij de Bijbel moeten lezen? Toch is aan te tonen dat vele christenen Gen. 1-3 anders zijn gaan lezen door de propaganda rond de evolutietheorie. Vervolgens maakt Dekker onderscheid tussen evolutietheorie en evolutie als wereldbeschouwing. De praktijk leert dat beide onafscheidelijk zijn. Ik ontmoet te veel christenen die aan de Bijbel als het Woord van God zijn gaan twijfelen vanwege een door de evolutietheorie ’afgedwongen’ hermeneutiek en exegese van Gen. 1-3. Genoemde spagaat kan pijnlijke vragen oproepen: Hoe plaatsen we de zondeval in het evolutieproces? Of is daar geen plaats meer voor? Opstanding uit de doden is wetenschappelijk een onmogelijkheid: Jezus leeft als de opgestane Heere in onze gedachten voort, Hij is niet feitelijk opgestaan. Zijn hemelvaart strijdt met de gravitatiewet. Moeten we de exegese van de evangeliën herzien? Sinds de jaren 70 volg ik de debatten rond evolutietheorie, creationisme en recent ID. Na al die jaren kan ik slechts zeggen, met een variatie op een uitspraak van prof. W. J. Ouweneel: „Ik heb te weinig geloof om evolutionist te zijn.” Ik vind het een gemiste kans dat christenwetenschappers en -opinieleiders uit gereformeerde/evangelische hoek -door een weinig kritische houding- te snel gezwicht zijn voor de magere bewijsvoering van de evolutietheorie en zich daarmee onvoldoende realiseren welke impact hun gewijzigde inzichten hebben op het geloof van vele christenen.
Drs. A. de Roos
Weegbree 137
2923 GL Krimpen a/d IJssel