De islamitische geestelijk verzorgers hadden hun bezoek vooraf bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) moeten melden. Omdat ze dat niet hebben gedaan ontstond ophef „die vermeden had kunnen worden”, schreef minister Hirsch Ballin van Justitie gisteren in een brief aan de Tweede Kamer.Tijdens een debat over de kwestie vorige week meldde hij op basis van een voorlopige inventarisatie dat vijf geestelijk verzorgers van DJI bij het congres waren. Inmiddels blijken dat er negen te zijn geweest.

Vanuit Nederland waren in totaal 35 imams aanwezig op het seminar over onder meer de bestrijding van radicale tendensen in de islam. De geestelijk verzorgers van DJI hebben hun leidinggevenden niet over de reis ingelicht, omdat ze meenden dat ze als imam en niet als ambtenaar naar Marokko afreisden.

Ze beseffen volgens de minister dat ze het bezoek wel hadden moeten melden. Er zijn afspraken gemaakt om te voorkomen dat dit nog eens gebeurt. De geestelijk verzorgers, die het seminar op kosten van de Marokkaanse overheid bijwoonden, betreuren de gang van zaken en de ophef die is ontstaan, aldus Hirsch Ballin.

„Ik heb geen enkele indicatie dat de betrokkenen onder dwang naar Marokko zijn gereisd voor instructies”, concludeert hij. De bewindsman stelt verder dat zijn vertrouwen in de geestelijk verzorgers ongeschonden is.

De Tweede Kamer zet het debat over deze kwestie en de Marokkaanse inmenging in Nederlandse zaken later dit jaar voort.