Overheden overleggen over IJslands geld
De provincies, gemeenten en het Rijk die sinds vorige week steggelen over het terughalen van spaartegoeden uit IJsland gaan overleg plegen. Ze dienen nog wel verschillende belangen.
Het Rijk komt vooral op voor de particuliere spaarder; provincies en gemeenten hanteren het uitgangspunt dat hun claim gelijk behandeld dient te worden met die van anderen.Dat is de voorlopige uitkomst van overleg dat 23 lagere overheden maandag onderling hadden. Een vertegenwoordiger van het Rijk was daarbij aanwezig.
Minister Bos (Financiën) liet vanuit Brussel weten dat zijn aanbod van vorige week „om gezamenlijk op te trekken” nog steeds op tafel ligt. Hij toonde zich bereid de „posities” van gemeenten en provincies mee te nemen in de gesprekken die gevoerd worden met de IJslandse autoriteiten. „Wat we niet toestaan, is dat ze voorkruipen en dat de kleine spaarders het nakijken hebben.”
Tijdens het overleg dat de gemeenten en provincies hadden, hebben zij „herbevestigd de samenwerking op de ingeslagen weg voort te zetten.”
De overheden en het Rijk hebben nu afgesproken op zeer korte termijn bij elkaar te komen. Dat zou mogelijk dinsdag of woensdag gebeuren. Het uitgangspunt zou daarbij zijn de wederzijdse posities te respecteren, aldus de samenwerkende lagere overheden. Ook streven zij naar „maximale samenwerking.”
Provincies en gemeenten besloten eerder gezamenlijk hun spaartegoeden uit IJsland terug te halen en daartoe beslag te laten leggen op tegoeden van dat land. Bos stak daar een stokje voor door te zeggen dat het kabinet dat besluit zou vernietigen. De meest gedupeerde provincie, Noord-Holland, liet daarop weten eventueel de rechter in de schakelen.
Bos wil niet dat de lagere overheden op eigen houtje opereren, omdat hij bang is dat dit zijn plannen en de procedures zal doorkruisen. Hij komt juist op voor de belangen van de individuele spaarders. „Linksom of rechtsom, zij krijgen hun geld terug tot 100.000 euro”, herhaalde hij gisteren. De provincies Noord-Holland en Groningen, 23 gemeenten, een waterschapsbedrijf en een energiebedrijf hebben in totaal 225 miljoen euro uitstaan bij IJslandse banken, waarvan 100 miljoen euro bij Landsbanki.