Opinie

Predikant is als heraut

Predikanten zijn tijdens de Woordverkondiging als herauten, zegt J. B. Ruben in een reactie op twee artikelen.

27 October 2008 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:37

Naar aanleiding van ”Waarom zou ik naar de kerk gaan” van prof. dr. M. E. Brinkman en ”Predikant is geen heilsbemiddelaar” van dr. A. J. Plaisier in RD van 21 en 22 oktober zou ik in deze Reformatieherdenkingsmaand oktober aandacht willen vragen voor andere aspecten. Bij het artikel over ”Waarom zou ik naar de kerk gaan” viel het me op dat er veel sociologische redenen worden opgesomd, maar waar het in de kerk werkelijk om gaat, kwam minder aan de orde. Dit lijkt mij voor een Reformatorisch Dagblad niet juist. Uit reformatorisch oogpunt kan en moet hier veel meer over gezegd worden. Ook de uitspraak van Plaisier dat de predikant geen heilsbemiddelaar is, is in reformatorisch licht bezien uiterst discutabel.Bij beide artikelen is in het geding hoe het heil van God tot ons mensen komt, eigenlijk het geding tussen Rome en de Reformatie. Waarbij opgemerkt moet worden dat in het artikel van Brinkman juist dit allerbelangrijkste aspect praktisch ontbrak. De kerk heeft de opdracht van Christus: „Predikt het Evangelie aan alle creaturen” en ook „leert hen onderhouden wat Ik u geboden heb.” En omdat wij mensen zijn, moeten en mogen wij daar zijn waar dat gebeurt, namelijk in de kerk onder de prediking.

Levend en krachtig
Daar is wel degelijk sprake van heilsbemiddeling en dit gebeurt door en onder het prediken van het Woord Gods, dat levend en krachtig is. De prediking van het Evangelie is hetzelfde als het verkondigen van de belofte van heil en zaligheid en van de rust van het hemelse Kanaän. Dit wordt ons ook geleerd in Hebreeën 4:1 en 2.

Mozes predikt op deze wijze het Evangelie aan zijn zwager Hobab in Numeri 10:29 en hij doet dit daar onder het oudtestamentische beeld van het ingaan in het beloofde land.

In het voorwoord van het Nieuwe Testament van de Statenvertaling kunnen we lezen dat de wijze waarop God het Evangelie (de blijde boodschap, Lukas 2) laat verkondigen, is in de vorm van een testament dat bij ons wordt gebracht en waarin God het eeuwige leven belooft onder voorwaarde van in Christus te geloven.

Thomas Boston dringt er in zijn boek over het verbond der genade op aan om dit verbond aan te grijpen en het te omhelzen en dit niet te weigeren omdat dit gevaarlijk is. Boston wijst hier op Lukas 14:23 en ook op Handelingen 16:31.

Dit heeft alles te maken met het verstaan van de boodschap van het Evangelie zoals de reformatoren deze uit de Schrift hebben herontdekt, dat namelijk in dit Woord God Zelf met Zijn heil en genade in Christus naar ons toekomt (Openbaring 3:20), ja Zichzelf schenkt in dit beloftewoord (Exodus 20:1); zodat dit beloftewoord het heil met zich meebrengt en realiseert en in de weg van het geloof wordt ontvangen en toegeëigend. Immers is dit Woord het voertuig van de Heilige Geest en van de Geest doorademd (2 Timotheüs 3:16).

Dienaren
Dat is ook de reden waarom de reformatoren de Schrift weer centraal stelden, sola Scriptura. Daarom ligt dit Woord open op de kansel in de kerk en heten predikanten dienaren van het goddelijke Woord.

Het prediken van het Evangelie door de predikanten is in die zin dus het proclameren van het heil dat in Christus is; we kunnen daarbij denken aan een heraut van een koning die erop uitgestuurd wordt om overal in het land amnestie af te kondigen. Zodra deze heraut op een plaats deze boodschap afkondigt, realiseert zich dat heil door het woord van de heraut in de levens van de gevangenen. Deze heraut stelt als het ware het heil present in hun levens, enkel het afwijzen en het verachten van deze heraut en zijn boodschap maakt dat ze niet delen in het heil.

In dit verband valt te denken aan Hebreeën 10: 29, waar gesproken wordt over het bloed onrein achten waardoor iemand geheiligd was, Handelingen 13:37 en 46.

Comrie noemt het prediken van het Evangelie wel het uitroepen van pardon voor deserteurs, en we denken hierbij ook aan het woord van de Heere Jezus: „Wie u hoort, die hoort Mij.” Calvijn zegt dat waar het Evangelie wordt gepredikt, het bloed van Christus op de schare drupt.

Het reformatorische besef dat in de kerkdienst waar het Evangelie wordt verkondigd, werkelijk God Zelf in het gewaad van Zijn Woord naar ons toekomt en ons wil ontmoeten met Zijn Heil is nogal eens ver te zoeken en we moeten ons ook hierin door de Schrift laten corrigeren.

Rome
Bij Rome zijn de sacramenten de voertuigen waardoor ons Gods genade wordt meegedeeld, vandaar dat in een roomse kerk deze sacramenten en de rituelen daaromheen centraal staan. De roomse kerk stelt ook dat zij alleen de genade kan uitdelen (substantioneel genadebegrip). Dit is dus een heel andere manier van heilsbemiddeling.

Bij de reformatoren zijn het Gods beloftewoorden die ons willen verzekeren van Gods genade (gunst), we spreken hier van een relationeel genadebegrip.

In de Heidelbergse Catechismus zien we in vraag en antwoord 22 dat het geloof zich richt op wat ons in het Evangelie beloofd wordt en in vraag en antwoord 21 zien we dat dat geloof door de Heilige Geest gewerkt wordt door de verkondiging van het Evangelie (zie ook vraag en antwoord 65).

Dit Evangelie is een kracht Gods tot zaligheid, een iegelijk die gelooft (Romeinen 1:16), want het is God de Heilige Geest Zelf Die daarin spreekt en in en door dit spreken dode zondaren tot het leven wekt.

Net zoals bij Ezechiël de dorre doodsbeenderen tot leven kwamen door en onder het profeteren, gebeurt dat ook door en onder het prediken van het Evangelie (Ezechiël 37:4 en Johannes 5:25).

Het weerstaan van dit Woord en de prediking daarvan is dan ook het weerstaan van de Heilige Geest (Handelingen 7:51). De Schrift leert ons dus dat de genade van God tot ons komt in de belofte woorden van het Evangelie (1 Titus 2:11 en 12), met bevel van geloof en bekering.

Beslissingen
Dit is er aan de orde in dit ene uurtje onder de prediking. Er vallen dus in de kerk beslissingen voor de eeuwigheid, want of we vallen door genade voor dit Evangelie, of we volharden in ons verzet en denken dat we het zonder dit heil van God kunnen (Handelingen 13: 44 e.v.).

In deze zin zijn predikanten wel degelijk heilssbemiddelaars; wie hierover nog meer onderwijs wil ontvangen, die kan hiervoor terecht in het formulier ter bevestiging van de dienaren des Woords.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer