Koninklijk Huis

„Koningin fopt ons met haar kleding”

Het is een mythe dat koningin Beatrix haar kleren maar een enkele keer draagt. „Integendeel. Zij draagt haar kleren juist heel vaak, maar ze fopt ons.” Door andere accessoires te gebruiken en door het werk van kundige naaisters krijgt de kleding van de vorstin telkens een nieuwe uitstraling. Dat zegt Els Smit, schrijfster van het donderdag verschenen boek ”Ontwerpers van Oranje”.

W. G. Hulsman
24 October 2008 09:46Gewijzigd op 14 November 2020 06:36
De japon die koningin Beatrix bij haar inhuldiging droeg was het hoogtepunt voor Theresia Vreugdenhil. De koningin wilde dat de mouw mooi viel als zij de eed zou afl eggen en gaf haar ontwerpster ter inspiratie plaatjes van klokvormige mouwen uit de 16e e
De japon die koningin Beatrix bij haar inhuldiging droeg was het hoogtepunt voor Theresia Vreugdenhil. De koningin wilde dat de mouw mooi viel als zij de eed zou afl eggen en gaf haar ontwerpster ter inspiratie plaatjes van klokvormige mouwen uit de 16e e

Ze waren donderdag even -bijna- allemaal bij elkaar: de kledingontwerpers van de koninklijke familie. Ze waren bijeen in het chique Amstel Hotel in Amsterdam voor de presentatie van het fotorijke boek.Het was een uniek moment, zegt Els Smit, want de couturiers lopen niet graag te koop met hun bijzondere klanten. „Het draait om vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen. Praten ze over een bezoek van een prinses aan hun atelier, dan is het over en uit. Dat is ook het lastige van hun positie. Ze zouden wel van de daken willen schreeuwen voor wie ze kleding maken. Dat is mooie reclame. Maar ze kunnen het niet doen, want dan zijn ze die koninklijke klant kwijt.”

In het middelpunt bij de presentatie van ”Ontwerpers van Oranje” stond Theresia Vreugdenhil. Zij kreeg het eerste exemplaar van het boek uitgereikt. Niet zonder reden, want Vreugdenhil was 42 jaar lang de kledingontwerpster van koningin Beatrix. Smit: „Vanaf 1965 tot 2007 bouwden ze samen aan de stijl en het silhouet waarmee Beatrix de geschiedenisboekjes in zal gaan, met als hoogtepunt de japon bij de inhuldigingsplechtigheid.”

Koningin Beatrix kwam via een vriendin, gravin Gillia Frowein-Wolff, bij Vreugdenhil terecht, vertelt Smit. „Frowein dacht dat het zou botsen tussen die twee. Ze kende de karakters van beiden. Maar de eerste kennismaking verliep goed, al lieten ze zich de kaas niet van het brood eten. Zo zei Theresia maar meteen: „Ik moet u van tevoren iets over de prijzen van mijn kleding vertellen. Gaat u maar even zitten.” Waarop Beatrix zei: „Ik zit al, komt u maar naast me zitten.””

Sindsdien is er een band gegroeid, stelt Smit. „Na zo veel jaren van intensief contact hoef je niet veel meer tegen elkaar te zeggen. Je begrijpt elkaar. De grondtoon daarbij was altijd wederzijds respect”, zo vertelde Vreugdenhil tegen de auteur.

In 2007 moest Vreugdenhil -geboren in 1930- stoppen vanwege haar leeftijd. „Dat gaat haar nog steeds aan het hart”, zegt Smit. „Zij behoorde nog tot de oude generatie couturiers die alle technieken beheersten. Die generatie is aan het uitsterven, dat vindt ze heel erg.”

Ook koningin Beatrix vond het jammer dat ze stopte. „Mevrouw Theresia, dat doet u mij toch niet aan”, zei ze tegen Vreugdenhil. Maar ze begreep het wel, aldus Smit. Sindsdien maakt vooral de eveneens Amsterdamse Sheila de Vries veel kleding voor het Nederlandse staatshoofd.

Lint
De kleding van de Oranjes is functioneel, benadrukt Smit in haar informatieve boek. „De kleding staat in dienst van wat zij doen. Zeker bij de koningin. De kleding, het kapsel en de hoeden dragen bij aan haar herkenbaarheid. Er wordt met alles rekening gehouden: van de kleur van het ordelint dat zij tijdens een staatsbanket draagt tot de kleur van de troon in de Ridderzaal op Prinsjesdag. De kleurencombinaties mogen niet vloeken. Overal is over nagedacht.”

De koningin kan zich qua mode geen bokkensprongen veroorloven. „Dan zou haar uitstraling veel te veel veranderen”, zegt Smit, die voor het tijdschrift Vorsten Royal regelmatig artikelen heeft geschreven over de kleding en vooral ook de juwelen -„dat heeft me van jongs af geïnteresseerd”- van de koninklijke familie. In haar privétijd kleedt de koningin zich echter veel vrijer. „Dan is ze een heel andere vrouw”, aldus Smit.

Kenmerkend voor de kleding van koningin Beatrix noemt Smit de brede schouders, haar bijzondere mantels en sinds enkele jaren de stola’s. „Met de stola’s heeft zij een informelere uitstraling gekregen, zo van: Ik kom even langs.” Smit denkt dat die keuze met haar leeftijd heeft te maken. „Ze beheerst haar vak tot in de finesses. Ze beweegt zich gemakkelijk.”

Spijkerjas
En hoe doen de prinsessen het? Smit wil er geen oordeel over vellen. „Ik heb op een rij gezet welke ontwerpers voor de koninklijke familie werken en wat kenmerkend is voor de kleding van de Oranjes in het algemeen. Het oordeel laat ik graag aan een ander.”

Ze constateert wel dat prinses Máxima zich meer kan veroorloven dan haar schoonmoeder. „Haar stijl is die van haar generatie. Tegenwoordig kan er meer. Bovendien is zij straks niet het regerend staatshoofd; ook dat maakt verschil.”

Prinses Máxima heeft een aantal keer een trend gezet, stelt Smit in haar boek. „Dat begon met de pashmina’s, sjaals van fijne zijde of wol. En natuurlijk met het spijkerjasje dat ze op Koninginnedag 2004 droeg. Dat hing binnen de kortste keren overal in de winkel.” Ook met de kleren voor haar drie dochters zet Máxima de toon voor veel Nederlanders, stelt Smit.

Anderen vinden de kleding van Amalia en haar zusjes juist oubollig, maar Smit begrijpt de keuze van prinses Máxima goed. „Meisjes zijn tegenwoordig helemaal in de ban van prinsesjes, maar dan in de zin van Walt Disneyprinsesjes: mooie glitterjurkjes en tierelantijntjes et cetera. Dan moeten echte prinsesjes zoals Catharina-Amalia daar dus helemaal níét op lijken. Zo kom je al snel aan de degelijke kant terecht.”

Kastenvol
In ”Ontwerpers van Oranje” staat ook een hoofdstuk over de mannelijke leden van de koninklijke familie. „Prins Bernhard deed het met zijn kleding heel goed. Theresia Vreugdenhil heeft tegen mij gezegd: Prins Bernhard zag er altijd uit om door een ringetje te halen. Voor elke gelegenheid had hij iets anders. Hij had kasten vol kleding.”

Van de jonge generatie prinsen is het vooral prins Maurits, de oudste zoon van prinses Margriet, die iets van zijn grootvader heeft overgenomen. „Hij heeft een heel elegante manier van kleden. Prins Willem-Alexander heeft dat minder in zich. Ik heb de indruk dat kleding voor hem niet het belangrijkste in het leven is.”

Mede n.a.v. ”Ontwerpers van Oranje”, door Els Smit; uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2008; ISBN 978 904 680 5039; 194 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer