Van der Vlies (SGP) 10.000 dagen Kamerlid
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies zit zaterdag op de kop af tienduizend dagen in het parlement. De nestor van de Kamer viert deze mijlpaal op een voor hem passende wijze: rustig en bescheiden.
Toen Van der Vlies in juni 2006 zijn 25-jarig lidmaatschap van de Tweede Kamer vierde, organiseerde diezelfde Kamer een receptie, de partij een feestelijke bijeenkomst en legde de thuisbasis hem extra in de watten. Nu zijn er geen festiviteiten gepland. SGP-woordvoerder Menno de Bruyne: „Wij zijn niet zo sterk in het organiseren van feesten. Bovendien is het jubileum van 25 jaar nog maar net achter de rug. Desalniettemin is tienduizend dagen een mooie mijlpaal.”De jubilaris denkt er zelf ook zo over: „Geen drukte, graag.” Maar dat is moeilijk vol te houden. De ene na de andere journalist komt langs in zijn werkkamer om hem te bevragen over zijn ervaringen.
Hoe houdt u het uit, tienduizend dagen?
„Die tijd is omgevlogen. Ik heb het Kamerlidmaatschap ervaren als een roeping. Het is een voorrecht en zware verantwoordelijkheid tegelijk. Het is geweldig om vanuit hetgeen God ons in Zijn Woord aanreikt, bij te mogen dragen aan het bestuur van ons land en om -op zijn tijd- te getuigen van Zijn goedheid. Daar komt bij dat ik dit werk graag doe. Ik kan genieten van een goed debat, maar ook van de contacten met -zoals Hans Wiegel het noemde- de mensen in het land. Ook kunnen Van der Staaij en ik gelukkig terugvallen op een hecht en enthousiast team medewerkers.”
Hoeveel dagen hebt u hiervan verzuimd en ziek geweest?
„Dat zou ik echt niet weten; ik heb ze niet geteld. Gelukkig ben ik tot nu toe gezegend met een goede gezondheid. Misschien dat ik tien van de tienduizend dagen heb moeten absenteren. Soms heb ik op een vergaderdag wel eens een verplichting elders, maar het moet wel heel dringend zijn, wil ik daar een Kamervergadering voor verzuimen. Als je Kamerlid bent, moet je op je post zijn.”
U bent milder geworden. Hoe is dat gekomen?
„Houd het er maar op dat dat meer een kwestie van leeftijd is dan van tienduizend dagen lid zijn van de Tweede Kamer.”
Wat hebt u zoal geleerd in deze tienduizend dagen?
„Dat politieke en ambtelijke molens inderdaad erg langzaam draaien. Geduld is op het Binnenhof een schone zaak. Wat ik verder heb geleerd, is dat de persoonlijke verhoudingen in de Kamer heel goed kunnen zijn en dat politieke scheidslijnen daarbij gelukkig niet ter zake doen. Verder is het belangrijk dat je je Kamerwerk serieus doet. Alleen dan is er bereidheid bij anderen om naar de inhoud van je boodschap te luisteren. De kunst daarbij is om die boodschap eenvoudig en begrijpelijk te verwoorden.”
Wat hebt u afgeleerd in deze tienduizend dagen?
„Een heleboel dingen. Bijvoorbeeld niet afgaan op geruchten, of op ’de pers’. Wat ik ook heb afgeleerd, is te denken dat als er in de agenda staat dat een vergadering om zes uur is afgelopen die vergadering ook écht om zes uur is afgelopen. Nee dus. Hetzelfde geldt voor beloftes van het kabinet. Als beloofd is dat een nota of wetsvoorstel er over twee maanden is, kun je er wel vanuit gaan dat het minstens vier maanden duurt.”
Sommigen zeggen dat u tussentijds vertrekt om plaats te maken voor de jongere garde. Klopt dat?
„Mag ik hiervoor even verwijzen naar het vorige antwoord? Ga nooit af op geruchten of wat sommigen zeggen. Als alle geruchten over mij uitgekomen waren, zou ik de ’mijlpaal’ die ik zaterdag mag bereiken, nooit hebben gehaald.”