Het slachtoffer werd in juni 2006 twee dagen lang gegijzeld en gemarteld in een boerderij in het Gelderse Angerlo, bij een poging om hem voor 20.000 euro af te persen. Uiteindelijk werd de man in een bosgebied langs de A50 bij Beekbergen gewurgd en begraven. In augustus werd hij door wandelaars gevonden.Twee betrokkenen, de 37-jarige E.A. en 38-jarige C.K. uit Arnhem, hadden een conflict met de zakenman over het geldbedrag. Zij schakelden de 34-jarige M.A. uit Westervoort in om de zaak met harde hand af te handelen.

De zakenman werd geblinddoekt en geboeid en kreeg een prop in zijn mond. Hij werd met touw onder zijn oksels aan een zoldering gehangen en op zijn middenrif geslagen. Toen intussen pogingen om met zijn pasjes te pinnen mislukten, besloten de Arnhemmers hem op te ruimen. Vooraf werd eerst eten gehaald en daarna gingen de Arnhemmers samen nog iets drinken.

Een vierde man, die zijn afgelegen boerderij in Angerlo ter beschikking stelde, kreeg veertien maanden cel opgelegd wegens het medeplegen van vrijheidsberoving.

Het Openbaar Ministerie had twintig jaar cel geëist tegen de Arnhemmers en de Westervoorter. Eerder veroordeelde de rechtbank in Zutphen de Arnhemmers tot vijftien en zestien jaar cel wegens moord, en bleef het voor de Westervoorter bij vier jaar cel voor de overige gruweldaden.

De zakenman handelde in koelsystemen en vrachtwagens van onduidelijke herkomst. In de zaak zijn eerder nog drie personen veroordeeld wegens hun betrokkenheid bij de marteling, of het uitlenen van een auto. Zij kregen straffen van 18 maanden tot twee jaar.