Teleurstelling om hoger beroep ongeval Arkel
Slachtoffers van een ongeval in Arkel waarbij eind vorig jaar twaalf leerlingen van de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem gewond raakten, zijn teleurgesteld over het hoger beroep dat de verdachte heeft ingesteld tegen haar veroordeling.
Het gerechtshof in Den Haag boog zich woensdag over de aanrijding van 14 september 2007. Een 45-jarige vrouw uit Gorinchem reed daarbij op de Vlietskade in Arkel met haar auto in op een groep fietsers. Zeven van de twaalf slachtoffers liepen ernstige verwondingen op. Een van de leerlingen is door een dwarslaesie blijvend invalide geraakt en moet zijn milt missen.De kantonrechter veroordeelde de verdachte J. van den D. op 17 maart tot een werkstraf van veertig uur en een rijontzegging van een jaar. Het OM eiste gisteren dezelfde straf. Advocaat-generaal J. van Belzen verwijt de oud-taxichauffeuse met een te hoge snelheid over de smalle polderdijk te hebben gereden.
De verdachte verklaarde woensdag niet in hoger beroep te zijn gegaan om de hoogte van de straf, maar omdat de kantonrechter niet naar de argumentatie van haar advocaat zou hebben geluisterd. Zij zou hierdoor de zaak niet op een bevredigende wijze kunnen afsluiten. De verdachte verklaarde lang over een hoger beroep te hebben nagedacht.
Ouders van slachtoffers reageren vol onbegrip. „We kunnen hiermee nog geen punt zetten achter deze zaak.” De voorheen goede verhoudingen tussen slachtoffers en verdachte zijn door het hoger beroep verstoord. Ouders en slachtoffers hebben na het ongeval meermalen het initiatief genomen voor contacten met de verdachte. Het hoger beroep is voor hen onbegrijpelijk, mede gezien de „minieme straf” die de verdachte kreeg opgelegd.
Advocaat Van Strien van de verdachte legde woensdagmiddag de schuld van het ongeval bij een fietsende vrouw die vlak voor het ongeval de groep fietsende Gomarusleerlingen inhaalde. Haar cliënt zou zijn geschrokken van deze fietsster die op verkeerde weghelft reed en vervolgens zijn ingereden op de leerlingen. „Uitwijken was voor haar de enige optie.” Ook bij een lage snelheid zou ze dat hebben moeten doen.
Niet de snelheid, maar het onverwacht moeten uitwijken is daarom de oorzaak van het ongeval, aldus advocaat Van Strien. De raadsvrouwe plaatste uitvoerig vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de getuigen. Ze wees op zogenaamde „herinneringsvalkuilen.” Door onderling veel te spreken over de zaak zouden de leerlingen een „collectief geheugen” hebben ontwikkeld.
De advocaat pleitte voor vrijspraak, omdat niet is vastgesteld hoe snel de verdachte heeft gereden, of ze te hard heeft gereden en of ze een gevaar op de weg volgens artikel 5 van de Verkeerswet heeft veroorzaakt.
Volgens het OM is de snelheid van de verdachte niet relevant, maar de te hoge snelheid voor deze smalle, overvolle polderdijk. De advocaat-generaal wees erop dat de verdachte had moeten inspelen op de verkeerssituatie. „Had ze minder hard gereden, dan had het ongeval minder ernstige gevolgen gehad.”
Het OM sluit niet uit dat de verdachte geschrokken is van de inhalende fietsster, maar dat betekent nog niet dat ze straffeloos moet blijven. De advocaat-generaal wees erop dat de verklaringen van de getuigen in grote lijnen overeenkomen. Bovendien ondersteunen andere weggebruikers deze verklaringen.
Het hof doet op 5 november uitspraak. De rechtszaak werd gisteren bijgewoond door een tiental ouders. Leerlingen mochten de rechtszaak niet bijwonen. Het gerechtshof laat geen minderjarige kinderen toe en wilde in dit geval -ondanks diverse verzoeken- geen uitzondering maken.