Blijdschap
„Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.”
Mattheüs 5:4Wat kan het rechte gevoel van de armoede van de geest anders baren dan treurigheid? Droevig is het dat er mensen zijn die alle treurigheid in een christen afkeuren. Wat doen die anders dan de Geest der genade tegenspreken? De ware droefheid is immers een vrucht van de Geest der genade.
Niet dat wij willen leren dat het leven van een christen een altijd droevig leven op aarde zou zijn, gelijk wereldse mensen de genadestaat van een bekeerde daarvoor aanzien. Neen, dat was het oogmerk van de Heere Jezus in de zaligsprekingen niet. Niemand heeft meer stof tot blijdschap dan een waar christen. „Het licht is voor den rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechten van hart”, zegt David in Psalm 97:11. Ziet hij op zijn genadestaat waardoor hij van duisternis licht geworden is, hij heeft veel reden tot blijdschap. Ziet hij echter op het gebrek van zijn staat en wat er nog ontbreekt, dan vindt hij veel reden om te treuren.
Hier, in deze zaligspreking, toonde Jezus de rechte Messias te zijn, want dat was het grote doel van Zijn komst in de wereld: treurigen te troosten. Is het niet met hete tranen te bewenen dat deze heilige kunst van treuren in ons christendom zo weinig wordt geleerd en nog minder wordt beoefend?
Johannes Barueth,
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)
predikant te Dordrecht