Unctad voorspelt daling in investeringen
Unctad, de Conferentie over Handel en Ontwikkeling van de Verenigde Naties, schat dat bedrijven wereldwijd dit jaar 534 miljard dollar directe buitenlandse investeringen zullen doen. Dat is een gevoelige daling van zo’n 27 procent tegenover vorig jaar.
De daling zal 31 procent bedragen voor de industrielanden, 23 procent in de ontwikkelingslanden en slechts 1 procent in de opkomende economieën van Centraal- en Oost-Europa. De grote uitzondering op de negatieve trend is China, dat de kaap van 50 miljard dollar rondt en daarmee de Verenigde Staten voorbijsteken als de grootste aantrekkingspool van buitenlands kapitaal.
Aandelen in Chinese bedrijven blijven ook dit jaar een begeerd goed. Vorig jaar stegen de directe investeringen in de Aziatische reus van 41 naar 47 miljard dollar en dit jaar haalt China waarschijnlijk een record van 50 miljard. De directe investeringen in de VS volgen de omgekeerde weg.
In 2000 trokken Amerikaanse bedrijven nog 301 miljard dollar aan, maar vorig jaar werd met 124 miljard een vrije val ingezet die dit jaar volgens Unctad een dieptepunt van 44 miljard dollar zal bereiken.
Het succesverhaal van China is te verklaren door de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie en de economische hervormingen (liberalisering en herstructurering) die daarmee gepaard gingen. De slechte prestatie van de VS heeft te maken met de onzekere economische situatie en de zwakke aandelenmarkten die „het vertrouwen van de investeerders ondermijnen.”
De directe buitenlandse investeringen (FDI) -de aankoop van aandelen in een buitenlands bedrijf- vormen een belangrijke barometer voor de wereldeconomie. De FDI-wijzer voorspelt dit jaar weinig goeds voor Afrika, waar de buitenlandse kapitaalstroom met tweederde vermindert - een „dramatische” ontwikkeling volgens Unctad.
In 2001 ving het continent nog 17 miljard dollar maar voor dit jaar verwachten de VN slechts 6 miljard dollar. Afrika heeft dit jaar te lijden onder de economische groeivertraging in de landen die de thuisbasis zijn van de grote transnationale bedrijven, vooral dan de VS. Daarnaast zorgt ook de „geopolitieke onzekerheid” voor weinig enthousiasme bij de investeerders.
In Azië is het beeld zoals gebruikelijk gemengd: Zuid-Korea, Hongkong en Taiwan trekken minder kapitaal aan maar naast China trekken ook India, Maleisië en de Filipijnen meer investeringen aan dan vorig jaar. Voor de hele regio dalen de directe investeringen met 12 procent - een daling die exact de helft bedraagt van die van vorig jaar.
In Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied dalen de cijfers voor het derde opeenvolgende jaar. Dit jaar trekken de Latijns-Amerikaanse bedrijven 62 miljard dollar aan, tegenover 85 miljard vorig jaar. Vooral Mexico maakt een duik, daar de investeringen vorig jaar werden opgekrikt door de overname van het Mexicaanse Banamex door Citicorp. Positief is dat Brazilië opnieuw zijn leidersrol opneemt met 20 miljard dollar; de verwerkende industrie zwengelt er duidelijk opnieuw aan.
In Argentinië bleven de investeringen dalen in de eerste helft van dat jaar, maar die negatieve trend wordt een halt toegeroepen in de tweede helft van het jaar. Dat is vooral te danken door de overname van Pérez Compac door het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras in juli, ter waarde van 1,1 miljard dollar.
De landen van Oost- en Centraal-Europa zouden hun prestatie van vorig jaar herhalen en halen een investering van 27 miljard dollar. Tsjechië is verantwoordelijk voor een vierde van dat bedrag, Polen zakt weg van 9 tot 6 miljard dollar en Rusland zorgt voor een status quo met 3 miljard dollar.
In West-Europa kent Groot-Brittannië een gevoelige terugval, van 54 miljard naar 12 miljard dollar. De voorspellingen voor Frankrijk en Duitsland zijn positief: voor het eerst in drie jaar bereiken die landen het niveau van de VS.
Het voorlopige rapport van Unctad is nog onvolledig, daar het enkel de cijfers van 85 economieën behelst. De definitieve versie is beschikbaar in juli 2003.