Eerder oordeelde de rechtbank in Rotterdam dat de gegevens van de overleden patiënte ter inzage moesten komen van justitie. Het ziekenhuis ging tegen die uitspraak in beroep. Het hoogste rechtscollege stelt de rechtbank in het gelijk, maar benadrukt tegelijkertijd dat rechters slechts bij „zeer uitzonderlijke omstandigheden” met een dergelijk bevel kunnen instemmen. Van dergelijke omstandigheden is hier sprake, meent de Hoge Raad.De arts die de vrouw behandelde wordt verdacht van dood door schuld en zonder inzage in het dossier kan justitie zich geen goed oordeel vormen over zijn handelwijze. Het verschoningsrecht van de arts moet daarom wijken „voor het belang dat de waarheid aan het licht komt”, aldus de Hoge Raad.

De patiënte werd sinds 1993 behandeld voor een erfelijke spierziekte. Eind juni 2005 werd er bij haar een pacemaker geplaatst. Tijdens deze ingreep kreeg de vrouw een klaplong. Op 11 juli 2005 werd zij opnieuw in het ziekenhuis onderzocht. Tot onbegrip van haar en haar echtgenoot stuurde de behandelend cardioloog de vrouw na het onderzoek terug naar huis. Diezelfde dag overleed zij aan de gevolgen van een hartinfarct.

De schouwarts weigerde een verklaring van natuurlijke dood af te geven en adviseerde sectie te laten verrichten op het lichaam. De daarvoor ingeschakelde patholoog liet daarop weten zonder inzage in het dossier geen conclusies te kunnen trekken over de medische handelwijze van de arts.

Nadat het ziekenhuis een verzoek om het dossier vrijwillig af te staan negeerde, gaf de Rotterdamse rechtbank in januari 2006 daartoe een officieel bevel. Daarmee begon een juridisch geschil tussen het ziekenhuis en de rechtbank, dat met de uitspraak van de Hoge Raad van dinsdag eindelijk is beslecht.

Een woordvoerder van artsenorganisatie KNMG noemt de uitspraak van de Hoge Raad „niet onlogisch. De hoofdregel dat justitie geen medische dossiers mag inzien, blijft staan. Deze uitspraak verduidelijkt alleen de uitzondering op die regel”, aldus de KNMG.