Zeeuw leeft nu met ongewenste zekerheid
Voor boeren in Zeeland is het niet de gewenste uitkomst, maar na jaren is er dan toch duidelijkheid in het ontpolderingsdebat. Hazen maken plaats voor krabben.
Zo’n beetje niemand in Nederland wil het, maar het gebeurt toch. De meeste Zeeuwen zijn tegen, de landelijke politiek -op GroenLinks na- is mordicus tegen en ook minister Verburg ziet het liever niet gebeuren. Desondanks moet de Hertogin Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen eraan geloven. De polder levert 300 hectare grond op als natuurcompensatie voor de Westerschelde.Die compensatie is er in wezen voor de Belgen. Vlaanderen wil de Westerschelde steeds dieper hebben om containerschepen een onbelemmerde doorgang naar Antwerpen te garanderen. De vorige uitdieping leverde natuurschade op, en die moet worden hersteld. In Zeeland.
En dus is Vlaanderen eigenlijk de enige partij die de ontpoldering in Zeeland wél vurig wenst. Zonder slag of stoot hebben de zuiderburen de buit niet kunnen binnenhalen -er waren onder meer spoedtelefoontjes nodig tussen premiers en ministers-, maar het is ze wel gelukt. In de Antwerpse haven is vandaag opgelucht ademgehaald.
De bal ligt nu bij minister Verburg. Zij heeft voor de zomer echter al te kennen gegeven zwaar op de commissie-Nijpels te zullen leunen. Bovendien hield ze nadrukkelijk een slag om de arm: ontpoldering sloot ze niet bij voorbaat uit.
Voor de VVD en de SGP was dat onbespreekbaar. Daarom stemden de partijen op de laatste dag voor het zomerreces tegen een verdrag met België waarin een nieuwe uitdieping van de Westerschelde geregeld werd. VVD’er Hofstra was simpel: zekerheid over het niet-ontpolderen, en anders pas in het najaar stemmen, wanneer de commissie-Nijpels die zekerheid zou geven. Maar uiteindelijk stemde de Kamer toch in met het verdrag.
Het is najaar geworden. De zekerheid is er vandaag dan toch gekomen, zij het niet op de gewenste manier. De woorden van SP-senator en Zeeuw Slager aan het adres van minister Verburg galmen na. „Het moet nog maar blijken dat de belofte aan de Belgen niet zwaarder weegt dan die aan de Zeeuwen”, merkte Slager vlak voor het reces op.
Overigens stelt de bewuste polder in de praktijk niet veel voor: 300 hectare is tamelijk gering, zoals een enkeling in het debat heeft opgemerkt. Die notie gaat echter verloren in het verbale geweld waarmee ontpolderen tot principekwestie is verheven. En met principes marchandeer je niet, al zou het maar om een enkele hectare gaan.
Bovendien vrezen boeren al voor de toekomst: het is onduidelijk wat voor gevolgen deze stap heeft voor verdere ontpolderingsplannen. Is de Hedwigepolder slechts een voorbode van wat nog komen gaat? De Zeeuwen hebben zekerheid over de Hedwigepolder, maar voor velen is het een zeer ongewenste zekerheid.