Olie uit tanker spoelt aan op Spaanse kust
Olie uit de tanker ”Prestige”, die vorige week in moeilijkheden kwam, heeft de Spaanse kust bereikt. De meeste olie zit nog in de tanker, maar een deel bedreigt een visgebied tussen Kaap Finisterre en Malpica. Op sommige plaatsen langs de kust is de olielaag wel 40 centimeter dik.
In zee zijn kilometerslange drijvende barrières neergelaten om de olie tegen te houden. Een Frans schip dat is uitgerust om vervuiling te bestrijden is onderweg om hulp te bieden. „Wij zijn optimistisch”, zei een overheidswoordvoerder van La Coruña.
De Spaanse regering heeft beloofd dat de kustbewoners die voor hun broodwinning afhankelijk zijn van de zee, compensatie zullen krijgen. Het vervuilde kustgebied staat bekend om zijn schelpdieren, inktvis en krab. Wie de regering zal aanspreken voor de compensatie is echter niet duidelijk.
Vissen en kokkels rapen is vanaf zondag verboden langs de noordwestkust van Spanje. Het gaat om een gebied van ongeveer 100 kilometer langs de kust ten zuidwesten van La Coruña. Grote plakken olie hebben de rotsen en stranden op zeker vijf plaatsen vervuild. Ook in de ruime omgeving daarvan mag uit voorzorg niet worden gevist. Zeevogels en schaal- en schelpdieren zijn aangetast door de olie. Honderden vrijwilligers zijn begonnen met het weghalen van de olie. Bij havens langs de kust en oestergebieden drijven schermen om de olie tegen te houden.
Het Nederlandse bergingsbedrijf Smit had zondag grote moeite om het schip in ruwe zee intact te houden. De twee sleepboten die aan de voorkant zijn vastgemaakt trekken de Prestige heel voorzichtig, met een snelheid van 2 zeemijl per uur, in zuidelijke richting. Die beweging helpt ook om het schip stabiel te houden. Volgens woordvoerder Lars Walder van Smit lekte de tanker zondag niet meer.
De bergers van Smit zouden zondag proberen de tanker te draaien. Dat is niet gelukt omdat de sleepboot die aan de achterkant moet vastmaken nog niet inzetbaar is. Het weer in het gebied valt op het ogenblik mee en ook voor de komende twee dagen ziet het er gunstig uit. Er staat wel een flinke deining, maar die is normaal in het gebied. Voor woensdag is echter een flinke storm voorspeld. De bergers zijn iedere dag tot het invallen van het duister aan boord van het 243 meter lange schip.
De Prestige is in 1976 in Japan gebouwd en vaart onder de vlag van de Bahama’s. Het schip was op weg van Letland naar Gibraltar. De tanker werd in 1999 voor het laatst geïnspecteerd. De Spaanse autoriteiten spreken over materiaalmoeheid en slecht onderhoud als oorzaak van het lek.
De Griekse kapitein van de tanker, Apostolus Maguras, is gisteravond in hechtenis genomen na een ondervraging door een rechter in La Coruña. Waarvan hij wordt beschuldigd is niet bekend. De Spaanse maritieme autoriteiten hebben gezegd dat de kapitein weigerde zijn schip vast te maken aan sleepboten nadat hij woensdagavond om hulp had gevraagd. De Prestige dreef enkele uren vlak langs de kust.
Bergers van het NederlandsDeense bedrijf Svitzer/Wijsmuller hebben zondag een vrachtschip vlotgetrokken dat zaterdagochtend bij Zweden aan de grond was gelopen. Zij slaagden er om 12.22 uur in de ”Pindar”, die 20 mijl uit de kust van Göteborg lag, los te krijgen. Dat heeft een woordvoerder van het bergingsbedrijf in IJmuiden gisteravond gezegd.
Het 206 meter lange vrachtschip heeft 50.000 ton olie aan boord. Bij het vastlopen sloegen zes tot zeven tanks lek, maar de olie liep niet in zee. Het gaat om een olie-bulk-olieschip: dat heeft een dubbele bodem. De olie zit in ladingtanks boven de plaats waar averij ontstond.
Nadat experts inspecties hadden uitgevoerd, hebben de bergers een deel van de lading naar andere ruimen overgepompt om de diepgang van de Pindar voor en achter te veranderen. Ze moesten snel werken, omdat het weer verslechterde, en konden niet wachten met een poging het schip vlot te trekken.
Het onder de vlag van de Bahama’s varende schip ligt nu voor anker in een baai bij Zweden. Duikers inspecteren het onder de waterlijn. Als deze onderzoeken zijn afgerond, valt de beslissing wat er met de Pindar gaat gebeuren.
Het vrachtschip was op weg naar de Verenigde Staten. De oorzaak van het aan de grond lopen is nog niet bekend.
De bergers van Svitzer/Wijsmuller hebben de brand op het containerschip ”Hanjin-Pennsylvania”, dat op ongeveer 320 kilometer uit de kust van Sri Lanka ligt, onder controle. Het vuur is tot staan gebracht en de temperaturen aan boord nemen af, aldus de woordvoerder van het bergingsbedrijf. Op enkele plaatsen woedt nog brand. De blusboten zijn bezig het schip verder af te koelen.
Op het 280 meter lange containerschip, dat onder Liberiaanse vlag vaart, deed zich vorige week dinsdag een ontploffing voor, waarna een grote brand uitbrak. Zeker één bemanningslid is omgekomen.