Economie

Visserij houdt IJsland op de been

IJsland is zwaar getroffen door de wereldwijde financiële crisis, maar hoopt op een snel herstel.

Wim Verseput
17 October 2008 22:42Gewijzigd op 14 November 2020 06:34

Op dezelfde dag dat de index van de effectenbeurs kelderde, zei de IJslandse president, Olafur Ragnar Grimsson, dat juist kleine staten op grond van hun flexibiliteit en de hechte onderlinge relaties van de bevolking ook weer snel op de been weten te komen.De kleine eilandstaat in de Noord-Atlantische Oceaan heeft daarvoor een paar sterke troeven achter de hand. Een van die troeven is de visserij. Het financiële systeem en de daarvan afgeleide bedrijvigheid mogen dan in een ruïne zijn veranderd, de visgronden zijn er nog steeds, evenals de infrastructuur om de vis te vangen en te verwerken.

Daarnaast beschikt het eiland over een overvloed aan energie in de vorm van aardwarmte, waarvan de exponent de beroemde geisers zijn, terwijl ook het toerisme niet mag worden uitgevlakt. Het is mogelijk dat de enorme waardedaling van IJslandse valuta veel toeristen zal trekken, zo verwachten de experts. De IJslanders zelf hopen dat ook.

Niettemin was de visserij ook voor de crisis de belangrijkste economische sector. Het verschil met vroeger, toen de economie volledig door de visserij werd gedomineerd, is echter dat er nieuwe bedrijfstakken bij zijn gekomen. De export van vis heeft in de totale warenexport van IJsland altijd een aandeel van rond de 60 procent weten te houden. Op een totale bevolking van ruim 300.000 zielen zijn er tussen de 4000 en de 5000 beroepsvissers actief, terwijl nog eens tussen de 6000 en de 7000 mensen een baan vinden in de verwerking, zo weet econoom Sveinn Hjortur Hjartarson van visserijfederatie LIU te vertellen.

De federatie heeft er volgens hem nooit moeite mee gehad dat de bedrijfstak relatief gezien aan betekenis heeft ingeboet. „Het opleidingsniveau van de bevolking wordt gestaag hoger. Het duurt niet lang meer of tegen de 60 procent van de beroepsbevolking heeft een universitair diploma op zak. Dan kun je niet meer volhouden dat het niet van belang is om ook een andere poot te hebben om op te staan dan de visserij.”

Hjartarson erkent niettemin dat het de visserij sinds het begin van de jaren 90 voor de wind is gegaan en dat alle andere bedrijvigheid op IJsland in feite daarvan mede de vruchten heeft kunnen plukken.

De goede gang van zaken is met name te danken geweest aan de in 1984 ingevoerde quotering van de vangsten, in combinatie met een forse herstructurering van de vloot. Sinds 1991 zijn de individuele quota vervolgens onderling tussen de vissers verhandelbaar geworden, waardoor de doelmatigheid sterk is verbeterd.

Dat betekent ook dat de visserij niet zonder meer kan groeien. Voor de bedrijfstak zelf en de markt brengt dat een relatieve stabiliteit, zegt Hjartarson. Maar de mate waarin IJsland zijn hoop op redding uit de economische chaos van dit moment volledig op de visserij kan stellen, is daardoor meteen ook aan grenzen gebonden.

De IJslandse visserij heeft vanwege de grote mogelijkheden in de 200 mijlszone rond het eiland nooit behoefte gehad aan een lidmaatschap van de Europese Unie. Dat standpunt zal onder invloed van de crisis nauwelijks worden bijgesteld. In de rest van het IJslandse bedrijfsleven was en is het animo ten aanzien van aansluiting bij de EU echter aanzienlijk groter. Door de crisis blijkt het pleidooi daarvoor aan intensiteit toe te nemen, ook in regeringskringen.

Minister van Buitenlandse Zaken Solrun Giseladottir brak enkele dagen geleden in een bijdrage in de krant Morganbladid nog weer een lans voor het EU-lidmaatschap. Dat dit lidmaatschap ongeacht de uitslag van eventuele nieuwe volksraadplegingen een kwestie van lange adem wordt, ziet ook de minister in. Eerst moet IJsland een noodzakelijke economische paardenkuur ondergaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer