Zoeken naar goudkorrels in de Koran
„De Koran is een en al modder, maar misschien zitten er goudkorreltjes tussen.” Met deze uitspraak van de middeleeuwer Nicolaas van Cusa wil dr. Pim Valkenberg als christen-theoloog de Koran benaderen.
Van zijn zoektocht deed hij donderdagavond verslag tijdens een lezing in de Dialoog Academie te Rotterdam. Valkenberg is als ”associate professor” verbonden aan het Loyola College in Baltimore. Daarvoor was hij hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij promoveerde op Thomas van Aquino. Later is hij gefascineerd geraakt door een theologie die de christelijke en islamitische tradities met elkaar verbindt.Als christen-theoloog bestudeert hij de theologische en spirituele bronnen van moslims. Hij doet daarvan verslag in zijn boek ”Sharing Lights on the Way to God: Muslim-Christian Dialogue and Theology in the Context of Abrahamic Partnership”. Hij ontwikkelt daarin een model waarin een vergelijkende moslim-christelijke theologie en interreligieuze dialoog met elkaar verbonden worden. Donderdag vertelde hij over zijn bevindingen op het snijvlak van de christelijke en islamitische theologische tradities.
Botsingen
Volgens Valkenberg zijn er in de loop van de geschiedenis vele botsingen geweest tussen de drie Abrahamitische religies, te weten jodendom, christendom en islam. „Ook vandaag de dag nog wordt er meer gekeken naar de verschillen dan naar de overeenkomsten. Vaak worden die tegenover elkaar gezet.”
Toch wil de hoogleraar de verschillen overeind houden. „Als God geen verschillen gewild zou hebben, waarom is er dan de torenbouw van Babel geweest en zijn de mensen verspreid over de aarde?”
Verder wijst Valkenberg erop dat christenen belangrijke inzichten uit hun eigen traditie terug kunnen vinden door zich te verdiepen in de islamitische theologische spirituele bronnen. De Amerikaanse hoogleraar wil een interreligieuze bruggenbouwer zijn en riep allen op zich daar ook voor in te zetten. De in het Arabisch uitgesproken groet aan het begin van de avond ”Moge de vrede en genade van God vanavond met ons zijn”, was daarvan een voorbeeld.
„Er zijn nieuwe dingen gaande”, constateerde Valkenberg. „Hoog opgeleide moslimjongeren staan open voor de dialoog met anderen. Zij doen dat vanuit hun opvatting dat religie iets is wat je moet uitdragen. Daartegenover zijn christenen in het publieke religieuze debat vrijwel afwezig. Christen zijn is voor velen een privézaak. Je loopt er niet mee te koop.”
Secularisatiegolf
Volgens Valkenberg heeft dat te maken met de secularisatie, die in Nederland en Zweden het hoogst is ter wereld. Valkenberg schuwt de dialoog echter niet. Niet dat hij eropuit is anderen te bekeren. „Jezus Christus is voor mij het centrum van mijn geloof. Die overtuiging draag ik uit. Daar sta ik voor in de interreligieuze dialoog. Maar een moslim mag mij ook proberen te overtuigen van wat het centrum is van zijn geloof. Mensen uit een andere godsdienst dan de mijne kunnen een licht zijn dat helpt op weg naar God. Zowel de islamitische als de christelijke traditie heeft het eeuwige licht. Dat licht helpt mensen op weg naar God.”
Valkenberg ziet dat in de geschiedenis van de Emmaüsgangers. „In de vreemdeling, die voor hen het brood breekt, herkennen ze het Licht.”
Als christen-theoloog werkt Valkenberg momenteel aan een commentaar op de Koran.