„Ik ben een kansenpakker”
De race om het burgemeesterschap van Eindhoven verloor hij eerder dit jaar van zijn tegenstander Rob van Gijzel. Met zijn benoeming per 1 november als commissaris van de Koningin in de provincie Flevoland oogst hij dan toch succes. Leen Verbeek (54): „Ik ben een kansenpakker.”
Zijn termijn als burgemeester van het Noord-Hollandse Purmerend tot april volgend jaar maakt hij niet helemaal vol. Toch heeft de PvdA’er geen nee verkocht aan Statenleden van Flevoland en leden uit de Tweede Kamer. „Aanvankelijk dacht ik dat de stap naar Flevoland te groot zou zijn, maar ik heb toch besloten om het te proberen.”U deed begin dit jaar een gooi naar de post van burgemeester in Eindhoven. Kennelijk wilt u graag weg uit Purmerend.
„Ik vind het vreemd als mensen me dergelijke verwijten maken. De stap naar Flevoland is voor mij een stukje loopbaanontwikkeling. Ik ben geen carrièreplanner, maar een kansenpakker. Het is niet meer dan een logische stap om iets anders te gaan doen na een termijn als burgemeester. In Purmerend was ik bepaald niet ongelukkig, integendeel. Maar ik ben weer toe aan iets nieuws.”
Hoe geloofwaardig is het eerst een gooi te doen naar het burgemeesterschap in Eindhoven, en nu opeens te moeten verdedigen dat u zich wilt inzetten voor Flevoland?
„Eindhoven is niet gelukt, Flevoland wel. Dat is mooi en ik zie niet in wat daar verkeerd aan is. Ik zit nu eenmaal in een hoek waarin pogingen je carrière te ontwikkelen openbaar zijn.”
Hoe wrang was het voor u dat de gemeenteraad van de stad waarin u bent opgegroeid u uiteindelijk niet als burgemeester wilde?
„De keuze om mee te doen aan het referendum heb ik zelf gemaakt. Ik wist heel goed dat Van Gijzel erg populair is. De bevolking heeft laten zien dat ze hem wil als burgemeester. De landelijke aandacht voor het Eindhovense referendum heeft ervoor gezorgd dat ik in de media werd omschreven als iemand met uitstekende bestuurlijke kwaliteiten. Dat heeft me geen windeieren gelegd.”
Vooruitkijkend vindt Verbeek vooral de enorme ontwikkelingsvraag van Flevoland een hele kluif. „Op de agenda staan natuurontwikkeling, visserij, landbouw en stedelijke ontwikkeling. Flevoland is ook de enige provincie met niet minder dan vijf buurvrouwen. De spin in het web, zeg maar.”
Er zijn ook dorpen met een christelijke signatuur. Hoe gaat u daarmee om?
„Al doe ik tegenwoordig nergens meer aan, ik ben wel gereformeerd opgevoed. Ik weet heel goed wat er in dergelijke gemeenschappen speelt.”
Zoals drugsgebruik en drankmisbruik in Urk.
„Uiteraard ben ik daarvan op de hoogte. Het gaat er bij mij echter niet in dat de Urker jongeren drinken en blowen dat het een lieve lust is. In de praktijk gaat het vaak om een procentueel erg kleine groep die in de pers uitgroeit tot een enorme verzameling Urkers. Ik wil daarvoor oppassen.”
In welke mate voelt u zich betrokken bij de visserijsector, die het moeilijk heeft?
„Voor de economische ontwikkeling van Flevoland, dus ook voor de visserij, ben ik straks medeverantwoordelijk. Ik zal me de komende tijd flink in de materie moeten verdiepen, omdat ik van de visserij net zo veel weet als wat erover in de media verschijnt. Bij mijn bezoek aan de zes Flevolandse gemeenten overleg ik zonder twijfel met het gemeentebestuur van Urk wat ik voor het dorp kan betekenen. Lobby, ook op internationaal vlak, behoort tot de mogelijkheden.”
Vliegveld Lelystad krijgt in de toekomst waarschijnlijk veel meer vluchten te verwerken. Belangrijk?
„Het is geen geheim dat ik persoonlijk een voorstander ben van uitbreiding van de luchthaven Lelystad. De plannen bieden grote economische kansen voor Flevoland. Tegelijk moeten we een goede balans zien te vinden tussen economische groei enerzijds en geluidshinder en milieu anderzijds.”