„Adviseurs liepen bij Philadelphia in en uit”
De ondernemingsraad van Philadelphia begroette de in 2001 aangetreden topman Brink met enthousiasme, maar zegde vorige maand het vertrouwen in hem op. Een terugblik met voorzitter E. J. van Dalen van de ondernemingsraad van Philadelphia.
Maandag 1 september. Met een deel van de raad van commissarissen van zorggigant Espria is voorzitter Elco Brinkman in vergadering bijeen. Voor hen zit E. J. van Dalen, voorzitter van de ondernemingsraad van Philadelphia, dat sinds afgelopen voorjaar onderdeel is van Espria. Van Dalen heeft een stevige boodschap: de ondernemingsraad zegt het vertrouwen in topman Brink op.De raad van commissarissen nam de boodschap serieus, aldus Van Dalen donderdagavond. „Na het gesprek kregen wij het gevoel dat de positie van Brink ook in hun ogen onhoudbaar was.” De afloop is bekend: Brink, die zijn werkzaamheden als voorzitter van de raad van bestuur van Philadelphia al had beëindigd, legde dinsdagavond al zijn functies binnen Espria neer.
Van Dalen zegt Brink sindsdien niet meer te hebben gesproken. „Voor de ondernemingsraad was hij per 1 september geen gesprekspartner meer.”
Wist Brink hoe de ondernemingsraad over zijn functioneren dacht?
„Uiteraard hebben wij eerst herhaaldelijk met hemzelf gesproken. De financiële situatie werd zorgelijk, omdat Philadelphia voor ons gevoel onvoldoende anticipeerde op de op handen zijnde bezuinigingen in de gehandicaptenzorg. Dat Brink de fusie met de Evean Groep en de bijbehorende reorganisatie desondanks doorzette, vonden wij onverstandig. De thuiszorg is een bedrijfstak die een totaal andere aansturing vraagt.”
Vraagtekens plaatste de ondernemingsraad ook bij de aanschaf van zorghotel Egbertsduin op Schiermonnikoog en Kasteel Beverweerd in Werkhoven. „Panden waarmee je niet zo veel kunt in de gehandicaptenzorg.”
Klopt het dat de or ook kritiek had op de manier waarop Brink de organisatie aanstuurde?
„Ja. Brink keek ver vooruit, maar er was onvoldoende begeleiding bij het uitzetten van de plannen in de organisatie. Bij de invoering van de geautomatiseerde dienstroosterplanning ging er van alles mis. De regio’s bewandelden verschillende routes om het systeem in te voeren. Doordat de projectleider te weinig autoriteit had en de regio’s er divers mee omgingen, moest het project opnieuw worden opgezet.
Philadelphia heeft tijden getobd met een goede ict-structuur voor alle locaties. Tegen onze adviezen in is dat steeds uitbesteed aan externe krachten. Ondanks herhaaldelijk aandringen om daarvoor iemand in vaste dienst te nemen, liepen de ict-adviseurs bij Philadelphia in en uit.”
Wat heeft Brink volgens u voor Philadelphia betekend?
„Wij waren vanouds een echte pioniersorganisatie. Brink heeft daarin verdieping aangebracht.”
Vakbonden hebben de meerwaarde van het mede door Brink bepleite samengaan met de Evean Groep en Woonzorg Nederland altijd sterk betwijfeld. Hoe stond de ondernemingsraad daarin?
„Het concept is mede bedacht om huisvesting en zorg in de gehandicaptensector beter te kunnen stroomlijnen. Dat heeft de or altijd gesteund.
Onze zorgen over de fusie hadden met name betrekking op de herkenbaarheid van de identiteit van Philadelphia binnen zo’n groot samenwerkingsverband. Brink stapte daar overheen omdat hij de druk op de zorgbudgetten zag toenemen. Daarom wilde hij ook de thuiszorg erbij hebben; voor de levensvatbaarheid van Philadelphia. Het moest een landelijke organisatie worden die zorg zou bieden van de wieg tot het graf.
Het uitgangspunt dat Philadelphia met de thuiszorg erbij een totaalpakket kon bieden aan thuis- en kraamzorg, gehandicaptenzorg en woonzorg heeft de or altijd gedeeld. Jammer dat de fusie is doorgezet voordat de organisatie er klaar voor was.”
Wat is het grootste probleem dat na de fusie is ontstaan?
„De werkwijze in de gehandicaptenzorg en de thuiszorg loopt uiteen. Kort gezegd: in de gehandicaptenzorg zijn medewerkers vrij strak gebonden aan de door het zorgkantoor geïndiceerde uren. In de thuiszorg kom je thuis bij de klant en ga je daar aan het werk. Op dat verschil was Philadelphia onvoldoende voorbereid, met als gevolg dat de doelmatigheid van de inzet van een deel van het personeel na de fusie moeilijk viel na te gaan.”