„Kroegbaas gevaar voor criminele groep”
De Amsterdamse kroegbaas Thomas van der Bijl was een gevaar voor „de groepering” en moest daarom uit de weg worden geruimd. Dat kreeg de 39-jarige Alex de B. te horen toen hij in januari 2006 de opdracht om Van der Bijl te liquideren aannam.
Dat verklaarde De B. donderdag in de gerechtsbunker in Amsterdam-Osdorp, waar hij en drie medeverdachten terechtstonden in het kader van de liquidatiezaak. De B. is behalve verdachte ook getuige en daarom opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Hij bleef voor pers en publiek onzichtbaar.Wie of wat precies werd bedoeld met „de groepering” liet Fred R. in het midden. Wel zei hij dat hij rechtstreeks contact had met „de Commissaris”, een van de bijnamen van Dino S., een goede bekende van topcrimineel Willem Holleeder. Justitie beschouwt S. dan ook als de opdrachtgever van de moord op Van der Bijl.
De 50-jarige horecabaas, die op 20 april 2006 in zijn café werd doodgeschoten, had in de periode voorafgaand aan zijn dood uitvoerige gesprekken met de nationale recherche, waarin hij uiterst belastende uitlatingen deed voor zowel Dino S. als Holleeder. In het onderzoek naar de afpersingspraktijken van Holleeder zou Van der Bijl in april 2006 anoniem als getuige worden gehoord. Enkele dagen voor het verhoor werd hij doodgeschoten.
Beoogd schutter Alex de B. verprutste de opdracht door naar eigen zeggen dermate te dralen dat Fred R. de moordklus doorschoof aan Dwight S. en Remy H. Dat haast was geboden, blijkt overduidelijk uit het dossier, vinden vrijwel alle betrokkenen. Voor Dwight S. en Remy H. was er dan ook geen weg meer terug. Van R. kregen zij te horen dat ze bij falen zouden worden „opgeruimd”, want R. „zou geen losse eindjes achterlaten.”
Hoewel het de bedoeling was dat Remy H. zou schieten, loste Dwight uiteindelijk de zeven dodelijke schoten, omdat H. op het allerlaatste moment niet meer durfde.
Overigens ontkent H. dat hij van enig moordplan op de hoogte is geweest, maar de rechtbank liet donderdag blijken geen geloof aan zijn verklaring te hechten. S. en H. zouden 60.000 euro voor de liquidatie krijgen, maar Fred R. heeft hen nooit een cent betaald.
Bij de instructie van S. en H. was behalve Fred R. ook Jesse R. betrokken. Hij geldt als een van de hoofdverdachten in het grote liquidatieproces Passage, dat naar verwachting in januari van start gaat. Jesse R., die al geruime tijd vastzit, zou zich vanaf 1993 aan diverse afrekeningen in het criminele milieu schuldig hebben gemaakt.
Vandaag formuleert het openbaar ministerie de strafeisen tegen de verdachten in de zaak-Van der Bijl.
