’Veld’ niet zo positief over Rouvoet
Het beleid van minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) krijgt een matige waardering van bestuurders en instanties uit het ’veld’. Hij scoort een ’mager zesje’ in een peiling onder voorzitters, bestuurders, directeuren en verzekeraars die actief zijn op het gebied van jeugd en gezin.
De komst van het zogenoemde programmaministerie dat Rouvoet leidt, heeft voordelen, erkent de sector. De kritiek richt zich op de bureaucratische obstakels die er nog steeds zijn, meldde woensdag Jeugdpoort, een samenwerkingsverband van organisaties zoals de MO Groep, VGN, GGZ Nederland, Actiz en GGN Nederland.Verder wordt de concurrentie tussen gemeenten, provincies en diverse betrokken ministeries onderling als grootste belemmerende factor opgevoerd. Een goede uitvoering van het beleid stuit ook op de nog te geringe invloed van ouders en kinderen en op de voortdurende bemoeienis van de overheid met instellingen.
Het werkveld houdt ook zichzelf kritisch tegen het licht. De sector verdient niet meer dan ’een ruime 6,5’. Er valt nog veel te verbeteren als het gaat om samenwerking en professionalisering, zeggen geënqueteerden.
De bewindsman bijt in zijn reactie fel van zicn af. Volgens hem is er kennelijk sprake van moedeloosheid en gebrek aan ambitie in het werkveld. „Met klagen en sikkeneuren is geen kind geholpen".
Rouvoet verwijt het veld bijvoorbeeld dat het een aantal politiek en maatschappelijk belangrijke zaken „niet echt voorop" stelt. Hij geeft als voorbeeld het thema kindermishandeling dat op het prioriteitenlijstje van de sector op de negende plaats staat.
Hij is het ook oneens met de kritiek dat hij ’te ad hoc’ bezig is onder invloed van vragen uit de Tweede Kamer. Over de gehekelde ’stammenstrijd’ tussen overheden vindt Rouvout dat de sector zich niet moet verschuilen achter het stelsel, maar er „creatief en optimaal gebruik" van zou moeten maken.
De ChristenUnie-bewindsman presenteerde juist woensdag een actieplan tegen bureaucratie. Alle provincies committeren zich daarin de regeldruk met 25 procent te verminderen. Verder moeten beslissingen over de vraag op welke zorg iemand recht heeft, in begrijpelijker taal opgeschreven worden. Cliënten krijgen betere informatie, onder meer via een webloket, belooft Rouvoet.