„Belangstelling voor Israël neemt toe”
„De belangstelling voor Israël in Nederland neemt weer toe”, constateert drs. C. J. Rodenburg. „Dat is heel gelukkig, want de interesse is een paar jaar zeer matig geweest.”
Rodenburg was een paar weken in Nederland en vertrekt vandaag weer naar Israël, waar hij werkzaam is vanuit het Centrum voor Israël Studies (CIS). Het CIS is een samenwerkingsverband van de Gereformeerde Zendingsbond in de Protestantse Kerk, het christelijke gereformeerde deputaatschap Kerk en Israël en de Christelijke Hogeschool Ede.De Israëlconsulent neemt deel in Joods-christelijke fora in Jeruzalem, werkt mee aan de organisatie van seminars, legt contacten, doet onderzoek en doet regelmatig verslag van zijn bevindingen in Nederland. Rodenburg meent dat de discussie over Israël in de Protestantse Kerk van de afgelopen tijd een positieve stimulans is geweest voor de belangstelling voor Israël.
Die belangstelling merkte hij tijdens de spreekbeurten, waarvan hij gisteravond de laatste in Veenendaal hield. De Israëlconsulent sprak in gebouw Sjalôm bij de Vredeskerk voor een cursus van de plaatselijke commissie Kerk en Israël van de Protestantse Kerk. Eenmaal terug in Israël zal hij doorgaan met het leggen van contacten met zowel orthodoxe als Messiasbelijdende Joden.
Orthodoxe Joden zijn niet zo op contact met christenen gesteld, zeker niet als het gaat om religie, zo is zijn ervaring. „Christenen zoeken de Joden wel op, maar andersom is dat niet het geval. Joden hebben christenen niet nodig. Ze zijn voor hen alleen maar stoorzenders. In de contacten is er altijd argwaan dat christenen weer bezig zijn om hen te bekeren.”
Rodenburg heeft het maar een enkele keer, in de vijf jaar tijd dat hij in Israël is, meegemaakt dat een Jood naar hem toekwam om het Nieuwe Testament te leren kennen. Eén keer ging het om een liberale rabbijn, die de gelijkenissen van de Heere Jezus mogelijk in zijn toespraken zou kunnen inlassen. De Messias als toegangspoort tot het eeuwige leven komt in het jodendom niet voor, aldus de Israëlconsulent. „Orthodoxe Joden verwachten de Messias wel, maar de gedachte staat ver van hen af en ze houden zich er niet echt mee bezig.”
Vooral in (ultra)orthodoxe gemeenschappen worden kinderen zo veel mogelijk afgeschermd van de buitenwereld om zo min mogelijk met andersdenkenden in contact te komen, zei Rodenburg. (Ultra)orthodoxe Joden schermen hun kinderen ook af van televisie en sturen hen niet naar de universiteit. Die afscherming betekent ook dat de meeste Messiasbelijdende Joden geen last hebben van orthodoxe Joden, zei Rodenburg.
Hij kende daarop wel een uitzondering, de gemeente van Arad, een stad in de woestijn van Judea, maar daar betreft het een bepaalde groep orthodoxe Joden, die mogelijk ook met andere orthodoxe Joden in de clinch zou kunnen komen. De voorganger in Arad blijft blijmoedig, zegt drs. Rodenburg. „De voorganger zei dat ze door hem na te roepen met de Naam van Jezus ongewild het Evangelie verkondigen.”
De Israëlconsulent zegt dat zijn werk in Jeruzalem uniek is. „Ik ben nog niemand tegengekomen die op een dergelijke manier het volk Israël leert kennen.” De Klaagmuur doet Rodenburg niet zo veel. „Ik ga er zelf niet heen om te bidden. Het is voor mij geen heilige muur. Ik weet niet waarom ik als toeschouwer zou moeten kijken naar biddende Joden.” Hij gaat liever naar een synagogedienst. Tijdens de viering van de Grote Verzoendag (Jom Kipoer) deze week hoopt hij daar aanwezig te zijn. Hij voegt eraan toe: „Dat is indrukwekkend, maar ik blijf christen.”