Muziek

Sobere teksten op musicalachtige muziek

De muziekstijl die Marco den Toom hanteert is helemaal de hare niet. Toch ging kerklieddichter Ria Borkent in op de vraag van Den Toom om teksten bij zijn muziek te maken. Het resultaat, een koororatorium over het leven van Jezus op aarde, beleeft zaterdag in Amersfoort z’n première.

6 October 2008 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:30
Ria Borkent en Maco den Toom maakten samen het koororatorium ”Jezus op aarde". Foto RD, Anton Dommerholt
Ria Borkent en Maco den Toom maakten samen het koororatorium ”Jezus op aarde". Foto RD, Anton Dommerholt

Ze ontmoeten elkaar tijdens het gesprek voor de tweede keer. Toch hebben Ria Borkent (58) uit Apeldoorn en Marco den Toom (30) uit Hoevelaken de achterliggende maanden intensief samengewerkt. „Ik heb Ria één keer in Apeldoorn opgezocht, maar toen hebben we het nog niet eens zozeer over het oratorium gehad. De rest hebben we allemaal per mail, telefoon en post gedaan”, aldus Den Toom.Wat er ligt, is een 24-delig oratorium voor gemengd koor, strijkensemble, orgel, piano, fluit, hobo, trompetten en een solist. Het geraamte van ”Jezus op aarde”, dat ongeveer een uur duurt, bestaat uit tien Bijbellezingen, vooral uit de Evangeliën. In tien koorgedeelten, waarvoor Borkent de teksten schreef, komen geschiedenissen uit het leven van Jezus aan de orde. Het geheel sluit af met ”Vader in de hemel”, vrij naar het Onze Vader, dat Den Toom eerder als zelfstandig stuk schreef.

Het geheel is een product van een voortdurende wisselwerking tussen Apeldoorn en Hoevelaken geworden. Den Toom leverde weliswaar de muziek en de teksten van de Bijbellezingen aan, maar dat wil niet zeggen dat er niet meer aan gesleuteld kon worden. „Er zijn heel wat nootjes bij geschreven en veranderd; omgekeerd zijn ook de teksten van Ria hier en daar aangepast.”

Soms had Den Toom de dichter hard nodig. „Ik heb bijvoorbeeld heel lang gezocht naar de laatste Bijbellezing, tussen Ria’s tekst over de koninklijke bruiloft en het slotstuk ”Vader in de hemel”. Mijn vrouw en ik hebben wat zitten zoeken in de Bijbel, maar we kwamen er niet uit. Op een gegeven moment stuurde ik een mailtje naar Ria: „Help!” Een paar uur later was er een mailtje terug: „Denk eens aan Openbaring 19, over de bruiloft van het Lam.” Dat was precies wat we zochten.”

Hobbyisten
Den Toom -hij ontving zijn opleiding aan het conservatorium van Utrecht- laat zich in zijn orgelspel en als dirigent kennen als een volbloed romanticus die zijn kracht graag zoekt in brede akkoorden en stuwende modulaties. Ria Borkent is bekend geworden met kerkliederen die vaak een sobere stijl hebben. Hoe zijn de twee aan elkaar gekomen?

Den Toom: „Ik ben altijd bezig om voor m’n koor nieuwe muziek te maken. Maar telkens liep ik ertegenaan dat er niemand was die goed teksten kon maken. Verder dan goedwillende hobbyisten kwam ik niet. Tot een bestuurslid van Jubilate Deo uit Woudenberg me op Ria attendeerde.”

Het begon met een los lied. Den Toom wilde graag een Goede Vrijdaglied maken op een van oorsprong instrumentale Italiaanse melodie. Hij stuurde een filmpje van YouTube waarop het lied gezongen werd naar Borkent. „Weet je nog dat jij het eerst veel te Pavarotti-achtig vond?” Toch kon Borkent ermee uit de voeten.

Toen Den Toom de tekst kreeg, was hij niet direct enthousiast. „Het lied bevatte zó veel info. Iedere regel bevatte tien waarheden!” Borkent: „Dat zeg je nu pas! Maar ik herken het wel. Als ik strofische liederen schrijf, wil ik er altijd te veel in stoppen.” Den Toom: „Maar later vond ik het mooi. En ik merk het nu bij het koor ook. Ze ervaren dat ze iets zingen wat diepgang heeft.”

Nepteksten
Toen Den Toom rondliep met het plan om het stuk ”Vader in de hemel” uit te breiden tot een compleet oratorium, kwam hij weer bij Borkent terecht. Hij werkte de muziek op nepteksten uit en stuurde die als mp3 naar Borkent. Ook voegde hij de cd toe waarop Jubilate Deo ”Vader in de hemel” uitvoert. Borkent: „De muziek op de cd is niet echt mijn stijl. Ik had meer aan de mp3-bestanden met de computermelodieën.”

Maakt het Borkent niet uit of ze teksten schrijft voor kerkmuziek van bijvoorbeeld Dirk Zwart of voor een romantisch getoonzet oratorium? „Dat het romantische muziek is, is voor mij niet relevant. Ik vind Marco’s melodieën mooi. En ik vertrouw erop dat ze goed zijn. Dan maakt het mij verder niet uit welke genre het is. Het oratorium als geheel hoef ik overigens niet helemaal te omarmen. Ieder van ons is verantwoordelijk voor z’n eigen inbreng.”

Niet dat Borkent met iedereen direct in zee gaat. „Er moet wel een basisvertrouwen zijn. En dat was er. Toen ik de site van Marco bekeek en zag welke opleiding hij heeft genoten, dacht ik: Die jongen kan wel wat. En daarbij: ik vind het leuk om weer eens met een nieuw iemand, een jonge jongen ook, samen te werken.”

Hoewel ze eigenlijk geen tijd had -ze zat thuis midden in een verhuizing en een van de kinderen trouwde-, ging Borkent aan het werk. „Ik vond het heerlijk om eindelijk weer eens creatief bezig te zijn met een groter werk.” Ze heeft ook nog een andere drive. „Het is heel belangrijk dat er goede nieuwtestamentische liederen voor de gemeente komen. God geeft ons meer te zingen dan het Oude Testament alleen. Nu is het oratorium wel niet bedoeld voor de eredienst, maar straks staat wel een groot koor als Jubilate Deo die teksten te zingen. Ik ervaar het als een voorrecht dat ik daaraan mijn bijdrage heb mogen leveren.”

Den Toom is zeer te spreken over Borkents manier van dichten. „Ria begrijpt precies wat ik wil met zo’n melodie. Als er een melodisch hoogtepunt is, krijgt de tekst ook een climax. Het is voor het eerst dat ik dit meemaak.”

Muzikant
In het oratorium, dat ook uitgegeven wordt, zijn de teksten van de Bijbellezingen in twee vertalingen afgedrukt: de Herziene Statenvertaling (HSV) en de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Borkent: „De NBV is mijn inbreng.” Den Toom: „De HSV is mijn schuld.”

Op welk soort koren mikt het tweetal met dit oratorium? Den Toom: „In het begin wilde ik nog krampachtig dat het stuk ook bruikbaar zou zijn voor koren van bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten. Maar als je reëel bent, moet je zeggen dat composities van een dergelijke omvang in die kerkelijke richting toch nooit worden uitgevoerd, omdat het psalmenaandeel ontbreekt. Daarom heb ik dat streven losgelaten. Ik heb hier ontzettend veel tijd in gestoken. Dat doe je niet voor een stuk dat vervolgens nooit meer wordt uitgevoerd. Daarbij komt dat ik muzikant ben en muziek vanuit m’n hart maak. Ik wil dan ook vrij zijn om, ook qua Bijbelvertaling, te kiezen wat het beste in het geheel past. De tale Kanaäns past niet bij de teksten van Ria.”

Borkent: „Maar als iemand de Bijbellezingen in de Willibrordvertaling wil lezen, kan dat ook.”

Qua muziekstijl zocht Den Toom aansluiting bij hedendaagse koormuziek in Amerika en Engeland. Deze muziek laat andere compositietechnieken toe dan de klassieke regels van de kunst beschrijven, schrijft hij in zijn woord vooraf. Zo is er bijvoorbeeld ruimte om parallelle kwint- en octaafbewegingen te gebruiken, als expressiemiddel of om een bepaalde sfeer te onderstrepen.

Den Toom: „Ik weet precies hoe het allemaal hoort, maar ik wilde juist geen koraalmuziek à la Mendelssohn maken. Dit is geen klassieke muziek. Bij mij krijgen de melodieën en begeleidingen een musicalachtige sfeer. Dat geeft nu juist het eigentijdse karakter. En wat betreft die parallellen: Bach en Franck gebruikten ze ook.”

Veelvuldig maakt de componist gebruik van modulaties in zijn oratorium, waardoor de muziek soms tot grote hoogte wordt gestuwd. „Muziek waarin niets gebeurt, is saai. Natuurlijk gebruikt iemand als Bach in zijn Weihnachtsoratorium dergelijke middelen niet. Maar, hoewel ik er enorm van kan genieten, als componist ligt bij dergelijke muziek mijn hart niet. In de muziekstijl die ik hanteer zijn parallellen en modulaties de normaalste zaak van de wereld, en heel functioneel.”

Borkent: „Heel interessant om te horen dat deze muziek raakvlakken heeft met musicalmuziek. Mijn dichterscarrière ben ik ooit begonnen met het maken van cabaretliedjes voor de jeugdvereniging.”

Helemaal leeg
Den Toom zal blij zijn als de première zaterdag in Amersfoort achter de rug is. „Daarna ga ik heerlijk weer eens iets doen wat niet creatief is; zo’n oratorium maken zuigt je helemaal leeg.” Borkent hoopt zaterdagavond in de kerk te zitten. „Ik ben benieuwd of ik het mooi zal vinden.”

Of de twee in de toekomst nog meer samen gaan doen? Den Toom: „Daar hebben we het nog niet over gehad, maar als het aan mij ligt wel.” Borkent: „Ik denk van wel. Ik heb het ontzettend graag gedaan.”

Meer informatie over het concert zaterdag in Amersfoort: marcodentoom.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer