Kijken kinderporno strenger aangepakt
Wie op internet kinderporno bekijkt, is voortaan altijd strafbaar, ook wanneer hij de beelden niet op zijn eigen computer heeft gedownload.
Dat staat in een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie waarmee het kabinet vrijdag heeft ingestemd. Als uit het betalingsverkeer van iemands creditcard blijkt dat hij op internet kinderporno heeft bekeken, kan hij daarvoor gestraft worden met een gevangenisstraf van maximaal vier jaar.Als bewijs voor deze overtreding kan ook gelden dat iemand meerdere malen op een bepaalde site heeft ingelogd. Blijkbaar heeft die persoon zich weloverwogen toegang willen verschaffen tot kinderporno, schrijft het ministerie van Justitie in een toelichting op het wetsvoorstel.
De nieuwe wet bevat nog meer maatregelen om kinderen te beschermen tegen misbruik en seksuele uitbuiting door volwassenen. Zo zal het voortaan ook strafbaar zijn als een volwassen persoon op internet minderjarigen actief benadert en verleidt -ook wel ’grooming’ genoemd- met als uiteindelijke doel het plegen van seksueel misbruik. Door deze bepaling kan een persoon meteen worden vervolgd zodra hij een voorstel doet voor een ontmoeting met een kind en daar ook voorbereidingen voor treft.
Ten slotte maakt het wetsvoorstel het ook strafbaar als een volwassene een kind benadert met beelden van seksuele handelingen met als doel het kind hieraan te laten wennen. „Tegen een dergelijke scheefgroei in de seksuele en persoonlijke ontwikkeling dient een kind te worden beschermd”, schrijft minister Hirsch Ballin.
Zijn wetsvoorstel is een direct uitvloeisel van het verdrag van Lanzarote, dat Nederland in oktober 2007 ondertekende.
SGP-Kamerlid Van der Staaij, die zich in de Kamer steeds heeft ingezet voor een strenger aanpakken van makers en gebruikers van kinderporno, reageert met instemming op het wetsvoorstel. „Het is voor de overheid zaak om pedofielen en hun netwerken vóór te blijven en tijdig mazen in de wet te dichten. Mensen die zich wel degelijk aan kinderporno te buiten gaan, mogen niet wegkomen met het argument: Ik heb toch niets op mijn harde schijf staan? Die vluchtroute wordt nu terecht afgesneden.”