Daarmee verwierp hij gisteren in een overleg met de Tweede Kamer een voorstel van hoogleraar strafrecht Ybo Buruma, die voorzitter is van de commissie die afgesloten strafzaken opnieuw op de kaart kan zetten. Buruma vindt dat het rechterlijk oordeel in zware strafzaken moet kunnen worden onderzocht als er twijfel is gerezen over de juistheid van de veroordeling.Hirsch Ballin sprak in afwachting van adviezen van betrokken instanties nog geen definitief oordeel uit, maar maakte wel duidelijk dat wat hem betreft niet aan het raadkamergeheim wordt getornd. Volgens de bewindsman moet worden voorkomen dat een individuele rechter ter verantwoording wordt geroepen over zijn inbreng in de raadkamer.

Bovendien is de rechtspraak bezig de motivering van strafvonnissen te verbeteren. Dat moet de transparantie van een uitspraak zo verbeteren dat er geen behoefte ontstaat navraag te doen over de totstandkoming van het oordeel.

Hirsch Ballin zei ook niet de indruk te hebben dat de rechterlijke macht staat te springen om het raadkamergeheim ter discussie te stellen. Rechters hechten volgens hem veel waarde aan de vrijheid om onderling hun opvattingen te delen zonder dat een en ander vervolgens buiten de raadkamer wordt besproken.

De Hoge Raad, het rechtscollege dat herzieningen kan bevelen, ziet toe op de rechterlijke macht. Als een rechter te vaak betrokken is bij een vonnis dat achteraf moet worden herzien, is het volgens de minister ook denkbaar dat de president van de rechtbank beoordeelt of de rechtspraak bij die rechter nog wel in goede handen is.

Tijdens het overleg bleek verder dat er in de Tweede Kamer brede steun is voor de hoofdlijnen van een wetsvoorstel van Hirsch Ballin dat het voor veroordeelden makkelijker moet maken hun zaak te laten herzien. Als de nieuwe herzieningswet er is, houdt de commissie onder leiding van Buruma ermee op.