Oproep
„Een zeker man had een vijgenboom.”
Lukas 13:6Gesteld dat deze vijgenboom nog enige jaren mag blijven staan, God weet wat droevige dagen uw kinderen dan nog zullen beleven. Het jaar van Gods verdraagzaamheid schijnt zeer naar het einde te lopen. Maar hoe het ook mag aflopen, o, zondaar, u mag hier het vuur en het zwaard ontlopen. Als u sterft in uw onbekeerlijkheid, zult u na dit leven als dorre takken bijeen worden verzameld en in het helse vuur verbranden.
Dit is niet mijn woord, maar het woord van de grote Wijngaardenier. Hij zegt immers dat alle rank die geen goede vrucht draagt door de Vader wordt uitgeworpen. Op onze oprechte en ernstige gebeden zou uw vijgenboom nog wat langer mogen blijven wanneer gij uw zonden mag afbreken door gerechtigheid en naarstig gebruik zou maken van de genademiddelen. Och, of gij allen recht nederig, ootmoedig en Godzalig wilden leven. Is dit uw plicht, de Heere eist het van u die Hem vreest en die Zijn oordelen ter harte neemt en zich daaronder vernedert.
Gij kinderen van God, u bent nog het behoud van land en kerk. Zo werden ook de schepelingen om Paulus’ wil behouden. Houd aan in het gebed voor land en kerk. Bid om de vrede van ons Nederlands Jeruzalem, dat het wel mag varen. Omwille van de uitverkorenen zou Hij de dagen van verdrukking verkorten kunnen. Wie weet, God mocht zich wenden!
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht
(”De predikende en wonderdoende Christus” 1754)