Verhagen maakte dat donderdag bekend tijdens een bijeenkomst in New York van het Global Centre. Het geld komt bovenop een eerdere bijdrage van 200.000 euro. Het centrum is opgericht door internationale organisaties op het gebied van mensenrechten, vluchtelingen en armoedebestrijding. Doel is om het R2P-concept, dat in 2005 door de VN-top werd aangenomen, beter uit te dragen en in de praktijk te brengen.Volgens Verhagen was de totstandkoming van het concept moeilijk en is het na drie jaar nog erg breekbaar. „Er bestaat verwarring over, frustratie, scepsis en er is zelfs een flinke weerstand tegen". Het draagvlak is nog klein: alleen een paar Westerse landen en onder meer Rwanda, Costa Rica en Bangladesh ondersteunen het concept volledig.

Groot probleem volgens Verhagen is dat sommige landen als China en Rusland vrezen dat hun soevereniteit wordt aangetast. In hun ogen kan het R2P-concept een instrument zijn van andere landen om in te grijpen in interne aangelegenheden.

Maar Verhagen vindt dat R2P niet gericht is op interventie. Het stelt de internationale gemeenschap beter in staat landen aan te sporen tot verantwoordelijk gedrag. Dat was na de cycloon in Birma het geval toen het regime de slachtoffers niet hielp, waardoor een humanitaire crisis ontstond.

De minister ziet R2P als een moreel kompas. „Militair ingrijpen moet wel mogelijk zijn", vindt Verhagen, „maar alleen als laatste optie, wanneer diplomatie, hulp en aansporingen niet hebben gewerkt".

Voor militair ingrijpen is bovendien toestemming nodig van de VN-Veiligheidsraad. Verhagen vindt dat deze raad op dat moment ook zijn verantwoordelijkheid moet nemen. „Gebeurt dat niet, dan zal dit het gezag en de legitimiteit van de Veiligheidsraad en de VN in zijn geheel ondermijnen", aldus de bewindsman.