Excuses van Van Middelkoop aanvaard
DEN HAAG – Minister Van Middelkoop van Defensie „betreurt” de uitspraken die hij in Vrij Nederland deed over de dienstplicht. De Tweede Kamer is tevreden, maar wil nog wel een nadere toelichting.
Een deel van de Kamer en de militaire vakbonden reageerden gisteren boos op de uitlatingen van Van Middelkoop over de dienstplicht en het homohuwelijk. De minister liet blijken „heel blij” te zijn dat hij de dienstplicht destijds kon ontlopen. Het GPV achtte hem als fractiemedewerker onmisbaar.Het homohuwelijk typeerde hij in Vrij Nederland als „de ontbinding van het familierecht.” Dat laatste wekte de boosheid van D66 fractievoorzitter Pechtold.
In een brief aan de Kamer lichtte Van Middelkoop zijn uitspraken gisteravond toe. „Mijn persoonlijke gevoelens van destijds over de dienstplicht en over het accepteren van gezag (…) heb ik reeds lang achter mij gelaten.”
De Kamer is daarmee tevreden gesteld, maar wil nog wel een nadere toelichting van de bewindsman. VVD en D66 willen „nog eens heel goed horen” hoe Van Middelkoop het geschonden vertrouwen van zijn manschappen denkt te herstellen. Voor de ChristenUnie, Van Middelkoops eigen partij, is met zijn brief de zaak uit de wereld.
Voorzitter W. van den Burg van de militaire vakbond AFMP vindt het „heel belangrijk dat de minister nu begrijpt dat zijn uitlatingen de indruk hebben gewekt dat hij geen affiniteit heeft met de krijgsmacht.” Hij blijft Van Middelkoop „geen erg sterke minister” vinden. „Wij zullen hem kritisch blijven volgen.”
De belangrijkste uitspraken van minister Van Middelkoop van Defensie gisteren in Vrij Nederland en in zijn brief aan de Kamer op een rij:
-Kamerbrief: „Ik betreur mijn uitspraken en de ophef die zij hebben veroorzaakt.”
-Vrij Nederland: „Ik was destijds heel blij dat ik op een wettige manier de dienstplicht niet hoefde te vervullen.”
-Kamerbrief: „Indien mij geen vrijstelling was verleend, had ik uiteraard gehoor gegeven aan de oproep voor werkelijke dienst.”
-Vrij Nederland: „Tijdens die twee dagen militaire keuring voelde ik: Dit is helemaal niets voor mij. Hier ga ik doodongelukkig van worden. Het is een vorm van eigenzinnigheid. De predikant bij wie ik als klein jongetje catechismus deed, zei het al tegen me.”
-Vrij Nederland: „Het woord gezag zit niet echt in mijn vocabulaire. Als ik ergens ontevreden over ben, zeg ik eerder: Dat had ik liever anders gewild.”
-Kamerbrief: „Mijn persoonlijke gevoelens van destijds (…) staan los van de huidige uitoefening van mijn ambt als minister.”
