Binnenland

„Veelplegers moeten sneller voor de rechter”

Politie en justitie in de regio Utrecht willen meer greep krijgen op een groep van 300 jonge criminelen die keer op keer de boel verzieken.

J. Visscher
11 November 2002 14:35Gewijzigd op 13 November 2020 23:56

Leen van Dam kon het niet erg vatten. De wijkagent, werkzaam in de Utrechtse probleemwijk Kanaleneiland, zag jeugdige criminelen steeds weer onbekommerd over straat lopen. „Jongens van 14 jaar die autokraken plegen, problemen op school kennen en een HALT-project hebben doorlopen, waarbij ze een alternatieve straf uitvoeren. Ondanks hun talrijke contacten met de politie waren deze veelplegers nog niet in aanraking geweest met de rechter. Dat verbaasde me.”

Van Dam trok bij de Utrechtse korpsleiding aan de bel. Uiteindelijk resulteerde dat in het dit najaar gestarte project veelplegers. Kortweg is het de bedoeling dat politie, justitie, reclassering en jeugdzorg de -veelal allochtone- veelplegers scherper in de gaten houden. Door wekelijks overleg moeten pijnpunten sneller boven tafel komen.

„We moeten vroegtijdig, snel en consequent ingrijpen”, zegt officier van justitie mr. M. Somsen, betrokken bij het veelplegersproject.

Een hardere aanpak?
„Zo zou ik het niet direct willen noemen. Het gaat om duidelijkheid en helderheid. Zo moet een wijkagent verontrustende signalen aan andere instanties doorgeven. Stel dat een jongen doorlopend in auto’s loopt te gluren. Dat wijst erop dat hij mogelijk gaat inbreken. Het is de moeite waard om die informatie breder te verspreiden onder de instanties die zich met de jongen bezighouden.”

Doel moet zijn om veelplegers sneller voor de rechter te krijgen, betoogt Somsen. „Nu duurt het vaak vele maanden voordat een jongere voor de rechter komt. In die tussentijd kan hij delicten blijven plegen.”

Utrecht heeft met name problemen met jeugdige Marokkanen. Officier van justitie Somsen vindt het „wat griezelig” om van „een Marokkaans probleem” te spreken. „Waarom heeft iedereen het over de Marokkaanse verdachte in de Venlose zaak? Er was toch ook een Nederlander bij betrokken?” Wijkagent Van Dam: „Ik ben er wel voor om het beestje bij de naam te noemen. In mijn wijk spelen de problemen voor meer dan de helft onder Marokkanen. Dat zijn de feiten.”

De verhoudingen binnen allochtone gezinnen kan voor problemen op straat zorgen, signaleert Van Dam. „Thuis is pa de baas, maar op straat niet. Dat buiten de jongens uit. Marokkaanse jongens zijn vaak wat assertiever. Inderdaad, je kunt het ook onbeschofter noemen. Ze maken er een sport van om de regels te ontduiken op het gebied van bijvoorbeeld schorsingsvoorwaarden. Ze zijn bijvoorbeeld verplicht om vanuit huis met de reclassering te bellen, maar doen dat gewoon niet.

Je ziet ook vaak dat allochtone ouders geen flauw benul hebben van wat hun zoon precies uitspookt. De moeder kan vaak de brieven van justitie niet lezen. Vader zegt vaak iets in de trant van: „Ja, we hebben zeven kinderen, en bij ééntje gaat het verkeerd.”

Moeten allochtone jongeren niet hard lachen om taakstraffen?
Officier van justitie Somsen: „Hout hakken kan best zwaar zijn. Meer dan eens krijgen de jongeren ook de zogeheten individuele trajectbegeleiding opgelegd. Dan worden ze voortdurend in de gaten gehouden en moeten ze allerlei taken uitvoeren. Dat is niet niks. In de rechtbank staan jongens soms bijna te huilen als ze zo’n traject moeten doorlopen. Wel moeten we ons afvragen of sommige veelplegers hun kansen op een werkstraf verkeken hebben. Het kan nodig zijn om ze op te sluiten. Maar een onvoorwaardelijke straf is nog altijd het uiterste middel.”

Het probleem van veelplegers is hardnekkig. Hebben al die projecten enig nut?
Somsen: „We gaan een slag maken. Daar ben ik van overtuigd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer