Toezicht op advocaat verscherpt
De Nederlandse Orde van Advocaten gaat scherper toezicht houden op de financiële huishouding van de beroepsgroep. ’Vliegende brigades’ van juristen en accountants zullen op pad gaan om de administratie van advocatenkantoren door te nemen.
Algemeen deken mr. W. Bekkers maakte de aanscherping van het toezicht vanmorgen bekend tijdens het jaarcongres van de orde. De controleurs zullen speciale aandacht hebben voor de zogenoemde derdengelden, bedragen die advocaten -evenals notarissen en gerechtsdeurwaarders- beheren voor hun cliënten.De brigades kunnen in actie komen op verzoek van een van de regionale dekens. Daarnaast kunnen ze ook steekproefsgewijs controles uitvoeren. Zij treden op namens de deken en hebben onbeperkt toegang tot de boekhouding van een advocatenpraktijk.
De afgelopen maanden ontstond discussie na fraude met derdengeldrekeningen, die advocaten gescheiden moeten houden van hun eigen financiën. Een Amsterdamse advocaat zou 150.000 euro hebben verduisterd, terwijl ook een Rotterdamse collega ervan verdacht wordt geld van klanten voor persoonlijke investeringen te hebben gebruikt.
De Orde van Advocaten is bij wet belast met de zorg voor de kwaliteit van advocatendiensten. Daartoe behoort ook het toezicht op de regels die eind jaren negentig rond de derdengeldenrekeningen zijn afgesproken. Daardoor wordt dit geld beschermd tegen oneigenlijk gebruik of een eventueel faillissement.
Jaarlijks hebben ongeveer 4 miljoen financiële transacties plaats waarbij notaris, deurwaarder of advocaat tijdelijk gelden van derden ontvangen of voor derden betalen. De omvang van de saldi op alle derdenrekeningen tezamen was in 2006 ongeveer 8,3 miljard euro. Hiervan beheren de notarissen 96 procent en de beide andere beroepsgroepen elk rond de 2 procent.
Het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven (IOO) constateerde in 2006 dat advocaten nauwelijks worden gecontroleerd op deugdelijk beheer van deze bedragen.
Bij een belangrijke minderheid van de beroepsbeoefenaren worden de regels voor het beheer van de derdenrekeningen niet goed toegepast en worden fouten niet direct gecorrigeerd, stelde het IOO. Soms zijn de geldstromen niet voldoende gescheiden, of hebben er onjuiste stortingen en betalingen plaats.
Volgens de regels moet het saldo op de derdenrekening voldoende zijn om aan de verplichtingen van derden te voldoen, maar bij 4 procent van de kantoren was dat niet altijd het geval. De saldi worden ook te weinig gecontroleerd.
„Over het algemeen hanteren de advocaten de minste voorzorgmaatregelen om een juist gebruik van de derdengeldenrekeningen te borgen”, stelde het onderzoeksinstituut vast. „Bovendien gedragen zij zich het minst naar de geest van de regels. Zo zegt 40 procent van de advocaten de eis om een boeking vanaf de derdenrekening te voorzien van twee handtekeningen niet conform de richtlijnen na te leven.”
De advocaten waren ook minder positief over de zorgvuldigheidsregels dan de notarissen en de deurwaarders.