Binnen zeven dagen na aanvaarding van de resolutie, dus voor 15 november, moet Irak bevestigen of het bereid is volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan de inspecties. Binnen dertig dagen na aanvaarding (8 december) moet Bagdad alle informatie verschaffen over programma’s, materialen en plaatsen die van belang zijn voor een onderzoek naar de aanwezigheid van massavernietigingswapens.

Uiterlijk binnen 45 dagen na aanvaarding (23 december) moeten wapeninspecteurs in de gelegenheid worden gesteld te beginnen met de inspecties. De inspecteurs hebben na aankomst zestig dagen voordat ze moeten rapporteren aan de Veiligheidsraad. Overtredingen door Irak van de afspraken kunnen uiteraard ook eerder worden gemeld. Het hoofd van het wapeninspectieteam, Hans Blix, heeft eerder gezegd dat binnen tien dagen na aanvaarding een eerste groep naar Irak kan gaan om voorbereidingen te treffen.

De tekst van de resolutie rept van „ernstige gevolgen” als Irak niet aan alle eisen voldoet. Bovendien is in de tekst sprake van een „laatste kans” voor Bagdad. De resolutie stelt ook vast dat Irak „zwaarwegende overtredingen” begaat met betrekking tot al geldende afspraken over ontwapening en dat een „versterkt inspectieregime” op zijn plaats is.

Belangrijk is ook dat blijkens de tekst de Veiligheidsraad direct bijeenkomt voor een verdere evaluatie als nieuwe overtredingen door Bagdad worden gemeld. Met deze zinsnede wordt tegemoetgekomen aan kritiek van Moskou en Parijs, die geen „automatisme” van geweld willen.

De resolutie impliceert ook dat niet afzonderlijke lidstaten van de Verenigde Naties als de VS alleen bepalen of Irak wel of niet meewerkt, maar de inspecteurs. Oordelen die uiteindelijk negatief, dan kunnen de VS en hun bondgenoten in principe militaire actie ondernemen, zo zeggen diplomaten in New York. President Bush zei vrijdag wel dat zijn land overtredingen van de afspraken door Bagdad met de Veiligheidsraad zal bespreken. Hij impliceerde evenwel ook dat het handelen van de VS hierdoor niet zal worden beperkt.