Etniciteit en misdaad met elkaar in verband brengen is omstreden in Nederland. Het zou stigmatisering van minderheden in de hand werken. PvdA-minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken wil af van het taboe op registratie van etniciteit, zo meldde ze deze week in Het Parool.De bewindsvrouw beschouwt registratie als een „neutrale doelgroepanalyse.” Het zou minderheidsgroeperingen juist ten goede komen, omdat het de oplossing van hun problemen dichterbij kan brengen of discriminatie kan aantonen.

Binnen de PvdA is niet iedereen blij met het voorstel van Ter Horst. „Onbespreekbaar”, zo vindt de PvdA-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Noten. Volgens hem is registratie van etnische achtergrond in strijd met de grondwet. „Vanuit het bewaken van de grondwet komt dat er bij ons niet door”, waarschuwde hij.

Als Ter Horst via een onderzoek wil achterhalen of bepaalde culturele achtergronden een rol spelen bij probleemgedrag, zou ze de etnische afkomst wat Noten betreft wel mogen registreren. Maar daar moeten dan wel goede afspraken over worden gemaakt. Registratie van de etnische afkomst in iemands persoonlijke dossier is uitgesloten, zegt Noten. „We gaan niet vastleggen of misdadigers homo zijn of van Marokkaanse afkomst.”

PvdA-stadsdeelvoorzitter Marcouch in de Amsterdamse wijk Slotervaart is juist wel verheugd over het voorstel van de minister. Hij ziet meer voordelen dan nadelen en is blij dat minister Ter Horst „het nu eindelijk eens gaat regelen.” Volgens Marcouch is het met de registratie beter mogelijk om criminaliteit te bestrijden.

De PvdA-fractie in de Tweede Kamer wacht nu eerst op een uitgewerkt voorstel van Ter Horst. „Mijn indruk is dat registratie van etniciteit juridisch mogelijk is. Maar ik vraag me nog wel af of het ons daadwerkelijk dichter bij een oplossing brengt”, aldus PvdA-Kamerlid Dijsselbloem.