De explosies bij de zwaar beveiligde diplomatieke post in Sanaa, hoofdstad van Jemen, kostte woensdag zeker zestien mensen het leven. De omgeving van de ambassade lag door de bomexplosie bezaaid met lichaamsdelen. Behalve zes daders kwamen ook zes Jemenitische militairen en vier burgers om. Er vielen geen Amerikaanse slachtoffers.De aanslag heeft nog eens duidelijk gemaakt dat de Verenigde Staten in oorlog zijn met extremisten, zei president George Bush woensdag. „Een van de doelstellingen van die extremisten is moorden, proberen ervoor te zorgen dat de VS de moed opgeven en zich terugtrekken uit delen van de wereld”, zei Bush. „Onze boodschap is dat we regeringen willen helpen de extremisten het hoofd te bieden. We willen dat mensen een normaal bestaan kunnen leiden. We willen dat moeders hun zonen en dochters in een vredige omgeving kunnen opvoeden, zodat ze de hoop op een betere wereld kunnen verwezenlijken.”

De verantwoordelijkheid voor de aanslag werd onmiddellijk opgeëist door de Islamitische Jihad, een Jemenitische beweging die volgens de Amerikaanse federale recherche FBI is verbonden met het terreurnetwerk al-Qaida. De radicaalislamitische organisatie eiste in een verklaring de vrijlating van gevangengenomen strijders en dreigde met aanslagen op andere ambassades.

Doordat de centrale overheid in Jemen weinig controle heeft over het grondgebied, hebben extremistische bewegingen zoals de Islamitische Jihad weinig te duchten van de staat. Geregeld worden er dan ook aanslagen gepleegd op westerse doelen. In april riep de Amerikaanse overheid het ambassadepersoneel dat niet per se in het land hoefde te verblijven terug, nadat de ambassade en een pand waarin Amerikaanse werknemers van een oliemaatschappij verbleven, onder vuur waren genomen.

De aanslag is de zoveelste op een Amerikaanse diplomatieke post in de regio. In juli kwamen zes mensen, onder wie drie aanvallers, om bij een vuurgevecht voor het Amerikaanse consulaat in de Turkse stad Istanbul. In januari werden drie mensen gedood door de explosie van een autobom onder een Amerikaans ambassadevoertuig in de Libanese hoofdstad Beiroet. Twee jaar geleden mislukte een aanslag met een autobom op de ambassade in de Syrische hoofdstad Damascus.

De bloedigste aanslag in de reeks werd gepleegd aan de andere kant van de Golf van Aden, in Kenia en Tanzania. Gelijktijdige bomexplosies bij de Amerikaanse ambassades in de beide landen kostten in 1998 zeker 200 mensen het leven.

Eerder dit jaar kwam ook de Italiaanse ambassade onder mortiervuur te liggen en op huizen van westerlingen werd een bomaanslag gepleegd. Bij die aanslagen vielen geen slachtoffers.