De ministers hebben gevraagd om een onderzoek door een werkgroep, meldde de Franse minister Lagarde (Financiën), nadat ze zaterdag EU-beraad met collega’s had voorgezeten.President Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) zei dat eventuele „procyclische” effecten pas goed vastgesteld kunnen worden zodra al deze kredietregels zijn ingegaan. „Maar de mens is als een eekhoorntje. Als het slecht gaat, begint-ie nootjes te verzamelen.”

Wellink noemde in dit verband ook de nieuwe wereldwijde waarderingsregels voor banken. Die schrijven voor dat banken hun belangen steeds op de meest actuele waarden moeten bepalen. In deze tijd leidt dat tot forse afboekingen.

„We hebben vanaf het begin geprotesteerd tegen actuele waarderingen voor banken. Maar onder Amerikaanse druk is die plicht toch ingevoerd”, zei Wellink. „Ik sluit niet uit dat we eens een stapje terug doen. Maar niet nu. We moeten de spelregels niet veranderen midden in het spel. Dat zou nog meer onzekerheid geven.”

De ministers en bankpresidenten hebben zaterdag verder gewerkt aan procedures voor toezicht op grensoverschrijdende banken en verzekeraars. Steeds meer banken werken namelijk in meerdere EU-landen tegelijk. Als zo’n bank in problemen komt, moeten nationale toezichthouders samenwerken.

Vooral Oost-Europese landen hebben daarmee moeite. Hun banken zijn grotendeels overgenomen door grote buitenlandse concerns, waarbinnen ze slechts een marginale rol spelen. Wellink ziet de samenwerking tussen nationale toezichthouders als een tussenstap. „Het is heel goed als je op termijn een enkele toezichthouder hebt in de Europese Unie. Binnen Nederland zie je dat ook: Friesland heeft ook geen eigen toezichthouder meer.”