Rake klappen
De een wist door kordaat optreden een zware mishandeling te voorkomen. De ander werd na een corrigerende opmerking door gewelddadige buitenlandse jongeren gemolesteerd. Een derde greep een winkeldief, maar koos na dreigementen van een groep Marokkanen eieren voor zijn geld. RD-lezers over hun ervaringen met straatgeweld.
Wat op 1 december 2000 voor Fred Duel (20) een ontspannen avondje zwemmen in Sliedrecht moet worden, loopt uit op een regelrechte nachtmerrie. Eerst lijkt er geen vuiltje aan de lucht voor de jongeman uit Nieuwpoort, die samen met vrienden naar het zwembad is gekomen. Totdat Fred in aanraking komt met een paar buitenlandse jongens die de sfeer verzieken. De lastposten, met name Marokkanen en Antillianen, dringen voor bij de glijbaan.
Duel wijst de jongens op hun wangedrag. De buitenlanders vormen een groep en wijzen Fred erop dat hij „wel heel brutaal” is en „niet zo’n grote bek moet hebben.” Waarop Duel antwoordt dat hij helemaal niet brutaal is en de jongens slechts vriendelijk vraagt niet voor te dringen. De belagers nemen daar geen genoegen mee en beginnen te duwen en te trekken. „Ik werd voor alles en nog wat uitgemaakt.” De badjuffrouw probeert de zaak te sussen.
Fred en zijn vrienden voelen zich niet op hun gemak en besluiten bijtijds naar huis te gaan. Rond tien uur begeven ze zich naar de kleedkamers. Fred is als eerste klaar. Bij de uitgang komt hij de buitenlanders weer tegen. Die kijken hem „nogal slinks” aan, maar Fred besluit de kwelgeesten te negeren. Hij loopt vast naar de auto om de ruiten schoon te vegen; die zijn door de mist beslagen.
Nekwervel
Plotseling wordt Fred omringd door een groep van zo’n veertig jongens. Een lange knaap geeft hem nogmaals te kennen dat hij „een onbeschoft grote bek” heeft. Al snel heeft de Nieuwpoorter een paar rake klappen in zijn rug te pakken. Daarna krijgt hij een vijftal vuistslagen op z’n hoofd. Snel volgen meer klappen. Fred krijgt een zwarte waas voor zijn ogen en valt keer op keer weg. Z’n belagers slaan op de vlucht. Freds vrienden, die even later arriveren, bellen een ambulance. De Nieuwpoorter heeft een zeer zware hersenschudding opgelopen. Ook houdt hij aan de mishandeling een gekneusde rug en een gedraaide nekwervel over. Hij moet nu, twee jaar later, soms nog naar de chiropractor voor zijn nekwervel.
Het voorval hakte er diep in. Fred liep een halfjaar achterstand op school op. Verder heeft hij een negatief zelfbeeld, geen zelfvertrouwen, moeite met concentreren en is hij bang. „Alles wat ik hier aan heb overgehouden, is alleen maar negatief.”
De Marokkaan die Fred op z’n hoofd heeft geslagen, wordt later veroordeeld tot veertig uur werkstraf en drie maanden voorwaardelijk cel. „De jongen was minderjarig, dus nog niet helemaal toerekeningsvatbaar. Tegen de rest van de groep ontbrak bewijs. Een mager resultaat.”
Wilde kat
Wat moet je doen als je ziet dat iemand over de schreef gaat? RD-lezers worstelen met die vraag. Phillip Gerritsen van 17 uit Lunteren: „Ik zou verstijven van angst en hard weghollen.” Yvonne (17) uit Amersfoort: „Ik zou heel hard schreeuwen dat ze op moeten houden. En ik zou 1-1-2 bellen. Ik zou nooit ingrijpen, omdat dat niets helpt en ik ben er veel te slapjes voor.” Een 20-jarige jongeman uit Rotterdam: „Ik zou de dader in zijn nek pakken en meenemen naar de politie. Als hij niet zou willen, zou ik hem knock-out slaan.”
M. A. van Gorsel (48) uit Oud-Vossemeer, vader van negen kinderen, ondervond aan den lijve hoe lastig het kan zijn om een winkeldief in bedwang te houden totdat de politie is gearriveerd. Acht jaar geleden vatte hij in een winkelstraat in Bergen op Zoom een 16-jarige winkeldief in de kraag. Het meisje, zo begreep hij na hulpgeroep van een bediende, had snoep gestolen bij een zoetwarenzaak. Van Gorsel wist het meisje („het was net een wilde kat”) naar de winkel terug te voeren. Daar kon hij haar in bedwang houden.
Totdat er „een gekleurde jongen van ongeveer achttien jaar” naar binnen kwam en met een fietspomp begon te zwaaien. „Hij zei: „Jij loslaten nu, anders ik jou de hersens inslaan.”” Van Gorsel werd voor het blok gezet. „Het flitste door mijn gedachten: Moet ik me voor een handvol snoepgoed de hersens in laten slaan? Dat is toch al te gek?” Hij liet het meisje gaan. Ze verdween ras in het winkelend publiek.
Voorzichtiger
Twee minuten later stormden twee agenten de winkel in. Te laat dus. Voor Van Gorsel was daarmee de kous niet af. „Buiten hadden zich wel twintig of dertig Marokkaanse jongeren verzameld. Die stonden rustig te wachten totdat ik naar buiten zou komen.” Onder hoede van twee agenten werd hij naar de politiewagen geleid. Daarna brachten de agenten hem naar zijn geparkeerde auto.
Het incident is de Zeeuw niet in de koude kleren gaan zitten. „Ik heb me een paar maanden lang niet in die winkel laten zien. Ik was bang voor herkenning en wraakneming.” Hij is voorzichtiger geworden. „Als zoiets vandaag zou gebeuren, zou ik de dief denk ik niet meer pakken. Het risico is veel te groot dat je zelf in elkaar geslagen wordt. Je hebt immers ook vrouw en kinderen. Die vinden zulke toestanden heel vervelend.”
Bewusteloos
Gerard Voois uit Naaldwijk had vijftien jaar terug de euvele moed om vier dronken gasten van repliek te dienen. „Ze wilden weten wat mijn favoriete voetbalclub was. Naaldwijk, gaf ik als antwoord. Ik dacht: Daar kom ik vandaan.” De mannen lieten hem met rust en begonnen een jong stel lastig te vallen, opnieuw met de vraag over de favoriete club. Het antwoord van de jongeman beviel de dronkelappen kennelijk niet. Twee van hen pakten de jongen beet, de andere twee begonnen op het slachtoffer in te slaan. Zijn vriendin zette het op een wanhopig schreeuwen.
Voois kon het tafereel niet langer aanzien. „Ik ben er ingesprongen en kon er twee uitschakelen. De derde trok een mes. Het mes kon ik uit zijn handen schoppen. Intussen schopte de vierde man mij onderuit.” Door de harde trappen raakte Voois bewusteloos. De gealarmeerde politie kon even later de dronken mannen met gummiknuppels uitschakelen.
Spijt van zijn tussenkomst heeft Voois niet. „Ze hadden die jongen anders doodgeslagen. Heel zijn gezicht lag open. Ik ben er goed van afgekomen. Als ik het weer mee zal maken, help ik opnieuw. Al kost me dat een proces-verbaal. Die kunnen we dan gelukkig declareren bij onze oude prins.”
Reflex
Sommige RD-lezers die direct geconfronteerd zijn met criminaliteit staan versteld van hun eigen optreden. Bloemiste Elisabeth Verhoef (19) uit Capelle aan den IJssel kreeg dit voorjaar op een woensdagmorgen twee mannen in de winkel. Ze wilden potgrond en kleikorrels. Elisabeths baas ging met de ene man mee naar buiten om potgrond te zoeken. De tweede klant bleef in de winkel achter voor de kleikorrels. In een onbewaakt ogenblik deed de man een greep in de kassa.
Elisabeth pikte dat niet. „Ik greep het geld uit zijn handen en deed het weer in de kassa, met de woorden: Dat doen we hier niet, hè.” Waarop hij antwoordde: „Dan hoef ik die kleikorrels ook niet.”” De kasgraaier en zijn kompaan kozen het hazenpad. „Als zoiets je overkomt”, schrijft de bloemiste, „handel je in een reflex. Later realiseer je je pas wat er had kunnen gebeuren.”
Ook Albertine Slagboom-Westerman uit Hendrik-Ido-Ambacht overtrof zichzelf. De zwangere vrouw dronk op een middag in maart 2000 thuis een kop koffie, toen ze verdachte geluiden hoorde. Ze nam poolshoogte en stond plotseling oog in oog met een man die de deurpost met een beitel bewerkte. In de ruit zat al een gat. „U hoeft niet te schrikken hoor, mevrouw, er is niets aan de hand”, meldde de inbreker ijskoud. „Niets aan de hand?” reageerde Albertine verbolgen, „dit is zuiver een poging tot inbraak!” De man nam de benen. Intussen kon Albertine het kenteken van zijn auto noteren. „Zelf snap ik achteraf niet dat ik zo tegen die dief sprak”, blikt ze terug. „M’n broer zei dat het logisch is dat de dief is geschrokken van zo’n dikke vrouw. Ik was 37 weken zwanger.”
Bijbel
Het echtpaar Boomsma (gefingeerde naam) uit Veenendaal werd een paar jaar geleden getipt door de overburen. Terwijl de Boomsma’s in hun zaak aan het werk waren, drong een inbreker hun woning -2,5 kilometer verderop- binnen. De gealarmeerde politie kon de 17-jarige dief inrekenen. De jongen had zich verstopt in een kruipruimte. „In onze eerste opwelling wilden we deze jongen best een pak slaag geven, maar de politie was daar tegen. En terecht.”
De Boomsma’s wilden de inbreker, die een strafblad bleek te hebben, een Bijbel meegeven. De jongen accepteerde dat. De Bijbel ging mee de gevangenis van Almelo in. „We hebben in ons voorwoord gewezen op het belang van bekering van zijn zondige daden en geschreven dat we hoopten dat hij biddend de Bijbel zou lezen. Opdat hij in zou zien dat er voor een zondaar nog behoud is in Christus.”