Gemeenten huisvesten te weinig asielzoekers
Sommige gemeenten maken te weinig vaart met het huisvesten van asielzoekers die onder het generaal pardon van 2007 vallen. Dat meldt de landelijke Taskforce Huisvesting Statushouders op zijn website.
Volgens woordvoerster L. Spoelman van de organisatie is er soms sprake van onwil. „Gemeenten zeggen dat ze geen huizen hebben, of dat mensen niet komen. Voor een deel klopt dat, maar als gemeenten echt willen, valt er echt wel wat te regelen.”De Taskforce Huisvesting Statushouders begeleidt het huisvestingsproces van zowel reguliere statushouders als ”pardonners” in gemeenten. De organisatie geeft voorlichting en zit gemeenten achter de broek om de opvang van asielzoekers te verbeteren.
Sommige gemeenten, zoals Scherpenzeel in Gelderland, hebben nog geen pardonners opgevangen. Volgens de verdeelsleutel van de huisvestingsorganisatie dient de gemeente er zestien te huisvesten.
In een reactie laat een woordvoerster van de gemeente Scherpenzeel weten dat de taakstelling van Taskforce nog maar twee maanden bekend is. „We hebben tot eind 2009 de tijd om zestien mensen op te vangen. Dat gaat prima lukken. Bovendien hebben we ook een reguliere taakstelling om vijf mensen per jaar op te vangen. Daaraan hebben we voor 2008 al voldaan.”
De opvang van 27.500 generaalpardonners is verdeeld over alle gemeenten. De provincies Groningen, Overijssel en Zeeland scoren goed, meldt Taskforce. Zij hebben een groot deel van de asielzoekers uit de generaalpardonregeling van 15 juni 2007 onderdak gegeven. De provincies Noord-Holland en Utrecht lopen achter. Meer asielzoekers wachten nog op een woning dan dat er al een woning hebben toegewezen gekregen.
Het generaal pardon heeft als doel een verblijfsvergunning te verstrekken aan personen die voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo moeten ze minstens zes jaar in Nederland wonen, de Nederlandse taal beheersen, betaald werk verrichten en geen strafblad hebben.