Gebouwen gesloopt bij vliegveld Grozny
Het Russische leger heeft dinsdag bij de legerbasis Chankala in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny twee gebouwen en een zeven verdiepingen hoge flat gesloopt, om te voorkomen dat Tsjetsjeense rebellen de basis en het vliegveld vanuit de gebouwen onder vuur nemen.
De Russische televisie toonde beelden van woedende flatbewoners die waren geëvacueerd om de sloop mogelijk te maken. Volgens het persbureau Interfax had het hoofd van de Tsjetsjeense veiligheidsraad, Roednik Doedajev, zich erover beklaagd dat de regionale regering niet van tevoren op de hoogte was gesteld van de sloopplannen. Een legerwoordvoerder verweet de bewoners daarentegen te hebben verzuimd melding te maken van de aanwezigheid van rebellen in de gebouwen, meldde Interfax.
Zondag werd een Russische militaire helikopter bij Chankala neergehaald, wat aan negen mensen het leven kostte. Op 19 augustus kwamen bij een soortgelijk incident ten minste 119 mensen om het leven.
De Russische minister van Defensie, Sergej Ivanov, maakte maandag bekend dat hij plannen had opgeschort om militairen uit Tsjetsjenië terug te halen en opdracht had gegeven voor „harde maar gerichte” operaties tegen de rebellen. Het leger ging dinsdag door met zijn schoonmaakoperatie en doorzocht opnieuw tal van huizen op wapens en munitie. In Grozny werden ten minste tien mensen opgepakt die ervan worden verdacht dat zij rebellen zijn of hen hebben geholpen.
De secretaris van de Russische veiligheidsraad, Vladimir Roesjailo, eiste van Georgië de arrestatie en de uitlevering van Roeslan Gelajev, een Tsjetsjeense rebellenleider die zich zou ophouden in de Pankisikloof. Gelajev zou ook een appartement hebben in de Georgische hoofdstad Tbilisi.
Roesjailo zei dat Moskou ook nog altijd de uitlevering eist van acht vermoedelijke rebellen die in augustus door het Georgische leger zijn gearresteerd. Georgië weigert de acht verdachten uit te leveren, omdat Moskou onvoldoende zou kunnen bewijzen dat het om rebellen gaat.
De Russische minister van Justitie, Joeri Tsjaika, heeft dinsdag bij zijn Europese gasten, onder wie zijn Deense ambtgenoot Lene Espersen, benadrukt dat eensgezindheid met betrekking tot terrorisme geboden is. „Bij het beoordelen van verschijnselen als terrorisme kunnen er geen dubbele maatstaven of benaderingen zijn”, verklaarde Tsjaika tegenover een delegatie rechtsdeskundigen en vertegenwoordigers van politiemachten uit de Europese Unie. „Terrorisme kan door geen enkel politiek motief gerechtvaardigd worden”, aldus de minister, die met zijn uitspraken een eind leek te willen maken aan de vraagtekens die de internationale gemeenschap plaatst bij de rechtvaardigheid van de oorlog die Moskou in Tsjetsjenië voert.
De EU-delegatie kwam tijdens de bijeenkomst met Russische collega’s in ieder geval overeen om gezamenlijk de georganiseerde misdaad te bestrijden, en dan vooral de handel in vrouwen, drugs en gestolen auto’s, en het witwassen van geld.