Dreigbrieven voor Volkert van der G.
„Ik krijg de indruk dat we het Volkert van der G. zo veel mogelijk naar de zin moeten maken”, zei een ontstemde officier van justitie mr. J. Plooy maandag bij de rechtbank in Amsterdam. Een Fortuyn-sympathisante op de publieke tribune sloot zich daar helemaal bij aan. Straks krijgt Volkert nog „koffie met gebak”, schamperde ze.
Tevergeefs verzette aanklager Plooy zich maandag tegen opname van Volkert van der G. in het Pieter Baan Centrum (PBC). De Harderwijker kan daar over twee maanden terecht. Dat duurt Plooy allemaal veel te lang. „Mensen vragen mij of zo’n vertraging niet veel te ver gaat. Aan vragen uit het publiek hoeven we ons bij de strafrechtspleging in eerste instantie niet zo veel gelegen te laten liggen, maar toch dienen ze als prikkel om ons wakker te houden.”
De aanklager had liever gewild dat Van der G. op zeer korte termijn door drie deskundigen was onderzocht. In dat geval zou er geen sprake zijn geweest van „twee verloren maanden.”
Onderzoek naar Van der G.’s gedrag binnen een groep gedetineerden in het PBC blijft achterwege. Bij contact met andere gevangenen zou Volkert van der G. moeten vrezen voor zijn leven.
Aanklager Plooy heeft sowieso al zijn twijfels bij het nut van een onderzoek naar Van der G.’s groepsgedrag. „Van der G. heeft een halfjaar in eenzaamheid doorgebracht. Hij zit vanwege de cameraobservatie in een onnatuurlijke situatie. Dat komt de spontaniteit bij zo’n onderzoek niet ten goede.”
Zelf heeft Van der G. twijfels bij de betrouwbaarheid van onderzoek naar zijn geestesvermogens. De Harderwijker zegt verbaasd te zijn over conclusies die psychiaters van de Forsensische Psychiatrische Dienst (FPD) over zijn geestesgesteldheid trokken. De verdachte wil niet worden onderzocht door -voormalige- functionarissen van het Pieter Baan Centrum die zich in het openbaar uitlieten over zijn zaak. Daarmee wordt onder meer oud-directeur Van Marle van het PBC bedoeld.
In het huis van bewaring Demersluis in Amsterdam heeft Van der G. ten minste zes dreigbrieven gekregen. „Het is geen geheim dat er binnen de maatschappij weerstand bestaat tegen deze verdachte”, aldus de officier.
De Harderwijkse milieuactivist deed tot nu toe geen aangifte. Sommige gedetineerden hebben gemeld dat Van der G. niet veilig is als hij hun voor de voeten komt, zo citeerde de aanklager de directeur van de gevangenis.
Het DNA dat op Volkerts wapen is aangetroffen, komt overeen met DNA dat in een bivakmuts is gevonden die opdook bij een snelkraak in Emmen, 19 december vorig jaar. De drie Joegoslavische daders zijn veroordeeld tot straffen tot een jaar. De mannen wilden geen verklaring afleggen over het DNA.
Onderzoek wijst uit dat het pistool in Spanje is gefabriceerd. Later dook het wapen op in België. De firma waar het pistool geregistreerd stond, is inmiddels failliet. Het wapen is niet meer in de boeken van het bedrijf terug te vinden. Onbekend is waar het wapen vanaf 1993 circuleerde.
Justitie is nog in conclaaf met een Belgische burgemeester die mogelijk een tipje van de sluier kan oplichten. Plooy liet doorschemeren dat de kans groot is dat de precieze route van het wapen niet meer te achterhalen is. „Het is zoeken naar een speld in een hooiberg.”
Ietwat mysterieus was de mededeling dat Justitie een week na de moord op Fortuyn een foto van iemand heeft opgevraagd die mogelijk contact zou hebben gehad met Volkert van der G. Op vragen van Van der G.’s raadsman, mr. A. Franken, wilde Plooy niet ingaan. Wel benadrukte de officier van justitie dat niets erop wijst dat Van der G. zijn moordplan met anderen heeft beraamd.
Het is nog altijd een raadsel waar Van der G. zich de uren voorafgaand aan de moord precies heeft opgehouden. Speurwerk naar de grondsporen op zijn handen leverde nauwelijks iets op. „We weten niet waar Volkert precies in de grond heeft zitten wroeten”, aldus Plooy. De grond die op z’n handen zat, kan overeenkomen met de vegetatie rond het Media Park in Hilversum, waar Fortuyn is vermoord. Dat zegt niet veel; die vegetatie komt in heel Nederland voor.
Een dreigend voicemailbericht dat Harry Mens, vertrouweling van Pim Fortuyn, ruim twee weken voor de moordaanslag binnenkreeg, „is niet van betekenis” voor het onderzoek, antwoordde Plooy op vragen van de verdediging. Het betreffende bericht had niet zozeer een bedreigend, als wel een „vunzig en beledigend” karakter.
Ook het verhoor van twee vrouwen uit Breda, die op 6 mei een aantal verdachte mannen in Fortuyns buurt zouden hebben gesignaleerd, „biedt totaal geen aanknopingspunten” voor het onderzoek.
Speurwerk naar telefoonverkeer van Van der G. en zijn kennissen in het gebied rond de moordplek heeft niets opgeleverd. Overigens stond de mobiele telefoon van Van der G. op 6 mei en de dag daarvoor uitgeschakeld.
Ook maandag werd de pro-formazitting in de extra beveiligde rechtbank (”De Bunker”) in Amsterdam-Osdorp bijgewoond door een tiental fans van Fortuyn. Typerend voor hun reacties tijdens de zitting was een spottende opmerking over „de linkse Stalin-smile” van advocate mr. Britta Böhler.
Buiten de rechtszaal droegen de fortuynisten spandoeken met teksten als ”Pim vermoord, Volkert aan ’t koord”. Het doek met de tekst ”Kok gaf de kogel, Melkert het pistool, Volkert trok de trekker” moesten de Fortuyn-sympathisanten op last van de politie oprollen.